6 maart ASH WOENSDAG. Gebed om vandaag te zeggen

U riep mij, Heer, ik kom eraan.

Als ik stop om in de spiegel te kijken of als ik de diepten van mijn leven inga, ontdek ik twee grote schijnbaar onverzoenlijke werkelijkheden. Ik vind mijn kleinheid die ook niets is en de verhevenheid van de werken die de Heer in mijn leven heeft gedaan. Ik heb tot nu toe geen waardig liefdesgedicht voor hem gezongen, maar hij heeft me al vóór mijn geboorte als een wonder van genade gevormd. En vandaag keert de uitnodiging terug. Zijn. "Keer terug naar mij met heel je hart". Zijn uitnodiging mag niet verdwijnen. Het is noodzakelijk om iemands geest attent, zorgzaam en volgzaam te maken, want zijn beloften zijn subliem. Hij wijst nooit iemand af, hij veracht de armen niet, hij vernedert de zondaar niet, hij laat de kruimels van zijn tafel niet in de modder vallen. Zich vandaag met as bedekken is zeker een teken van duidelijkheid en keuze. Het is alsof je van richting verandert of, nog beter, je ervan bewust wordt dat ijdelheden, verleidingen en betoveringen als twijgen zijn die verbrand moeten worden. Alleen door alle negativiteiten van onze geest te verbranden, komt de helderheid van ons wezen naar voren. Zichzelf met as bedekken, betekent dat men zich bewust wordt van zijn eigen zwakheid, zijn eigen nietigheid, zijn onvermogen en vooral van de grote wanorde die zich in ons leven heeft opgehoopt. De Heer kan onze geest kracht en vaart geven. Onszelf bedekken met as betekent beseffen dat onze ogen niet naar de zon kunnen kijken en dat onze kleren vuil en gescheurd zijn. Hij, immense schoonheid en goedheid, wacht op ons om te zuiveren en te redden, te verlossen en te herstellen.

Ik verbrandde al mijn schuim, Heer Jezus, en ik legde de as van mijn nietigheid op mijn hoofd.

Sta mij toe naar u toe te komen en dicht bij u te zijn, met een verslagen ziel en een oprecht hart.

(uittreksel uit het boekje Lent - The path of conformiteit met Christus Jezus - door N. Giordano)

GEBED VOOR DE HUUR

(Psalm 50)

Wees mij genadig, o God, naar uw genade; *
wis in uw grote liefde mijn zonde.

Was me van al mijn fouten, *

reinig mij van mijn zonde.
Ik herken mijn schuld, *

mijn zonde is altijd voor mij.

Tegen jou, tegen jou alleen heb ik gezondigd, *
wat is slecht in je ogen, ik heb het gedaan;
dus je hebt gelijk als je spreekt, *
recht in uw oordeel.

Zie, met schuld ben ik verwekt, *
in zonde verwekte mijn moeder mij.
Maar je wilt de oprechtheid van het hart *
en leer mij innerlijk wijsheid.

Zuiver me met hysop en ik zal gereinigd worden; *
was me en ik zal witter zijn dan de sneeuw.
Laat me vreugde en blijdschap voelen, *
de botten die je hebt gebroken zullen zich verheugen.

Kijk weg van mijn zonden, *
wis al mijn fouten.
Schep in mij, o God, een puur hart, *
vernieuw een vaste geest in mij.

Duw me niet weg van je aanwezigheid *
en ontneem mij uw heilige geest niet.
Geef me de vreugde gered te worden, *
steun een vrijgevige ziel in mij.

Ik zal zwervers je wegen leren *
en zondaars zullen naar u terugkeren.
Bevrijd mij van het bloed, God, God mijn redding, *
mijn tong zal je gerechtigheid verhogen.

Heer, open mijn lippen *

en mijn mond verkondig uw lof;
omdat je niet van opoffering houdt *
en als ik brandoffers aanbied, accepteer je ze niet.

Een verslagen geest *

het is een offer aan God,
een diepbedroefd en vernederd *

u, o God, veracht niet.

Geef Zion genade in uw liefde, *
hef de muren van Jeruzalem op.

Dan zult u de voorgeschreven offers waarderen, *
de holocaust en de hele oblatie,
dan zullen ze slachtoffers opofferen *
boven je altaar.

Eer aan de Vader en de Zoon *
en tot de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin, en nu en altijd, *
voor eeuwig en altijd. Amen.