8 maart Vrouwendag: de rol van vrouwen in Gods plan

God heeft een prachtig plan voor vrouwelijkheid dat orde en vervulling zal brengen als hij in gehoorzaamheid wordt gevolgd. Het is Gods plan dat een man en vrouw, die voor hem dezelfde positie hebben, maar met verschillende rollen, met elkaar moeten worden verenigd. In zijn wijsheid en gratie creëerde hij elk voor zijn eigen rol.

Bij de schepping liet God Adam diep slapen en van hem nam God een rib en maakte een vrouw (Genesis 2: 2 1). Het was een directe gift van de hand van God, gemaakt door de mens en voor de mens (1 Korintiërs 11: 9). "Man en vrouw hebben ze geschapen" (Genesis 1:27), elk verschillend maar gemaakt om elkaar aan te vullen en aan te vullen. Hoewel de vrouw wordt beschouwd als het "zwakste schip" (1 Petrus 3: 7), maakt dit haar niet minderwaardig. Het is gemaakt met een doel in het leven dat alleen zij kan vervullen.

De vrouw heeft een van de grootste privileges ter wereld gekregen, namelijk het vormen en voeden van een levende ziel.

Haar invloed, vooral op het gebied van het moederschap, beïnvloedt de eeuwige bestemming van haar kinderen. Hoewel Eva de wereld veroordeelde met haar daad van ongehoorzaamheid, achtte God vrouwen een rol waardig in het verlossingsplan (Genesis 3:15). 'Maar toen de tijd vol was, zond God zijn Zoon, gemaakt van een vrouw.' (Galaten 4: 4). Hij vertrouwde haar het dragen en verzorgen van haar lieve Zoon toe. De rol van de vrouw is niet onbelangrijk!

In de hele Bijbel wordt onderscheid gemaakt tussen de geslachten. Paulus leert dat als een man lang haar heeft, dat jammer is voor hem, maar als een vrouw lang haar heeft, is het een eer voor haar (1 Korintiërs 11: 14,15). 'Een vrouw zal niet dragen wat van een man is, noch zal een man een vrouwenkleding dragen: want alles wat ze doet is een gruwel voor de Heer, uw God' (Deuteronomium 22: 5). Hun rollen hoeven niet onderling uitwisselbaar te zijn.

In de Hof van Eden zei God: "Het is niet goed dat de mens alleen is", en hij heeft geholpen hem, een metgezel, te ontmoeten, iemand om in zijn behoeften te voorzien (Genesis 2:18).

Spreuken 31: 10-31 vertelt in detail wat voor soort hulp een vrouw zou moeten zijn. De ondersteunende rol van de vrouw tot de echtgenoot is heel duidelijk in deze beschrijving van de ideale vrouw. Ze "zal hem goed doen en niet kwaad". Vanwege haar eerlijkheid, bescheidenheid en kuisheid 'heeft haar man vertrouwen in haar'. Met zijn efficiëntie en toewijding zou hij goed naar zijn familie hebben gekeken. De basis van haar deugd ligt in vers 30: 'een vrouw die de Heer vreest'. Dit is een eerbiedige angst die zin en doel geeft aan zijn leven. Alleen als de Heer in zijn hart leeft, kan hij de vrouw zijn die hij bedoeld was te zijn.