Toewijding aan de heiligen: de gedachte aan Pater Pio vandaag 13 augustus

22. Denk altijd dat God alles ziet!

23. In het spirituele leven hoe meer je rent en hoe minder je vermoeidheid voelt; integendeel, vrede, voorspellend voor de eeuwige vreugde, zal ons in bezit nemen en we zullen gelukkig en sterk zijn in die mate dat we door in deze studie te leven, Jezus in ons zullen laten leven en onszelf zullen vernederen.

24. Als we willen oogsten, is het niet zozeer nodig om te zaaien, maar om het zaad in een goed veld te verspreiden, en wanneer dit zaad een plant wordt, is het erg belangrijk voor ons om ervoor te zorgen dat het onkruid de zachte zaailingen niet verstikt.

25. Dit leven duurt niet lang. De andere duurt voor altijd.

26. Men moet altijd vooruit gaan en nooit een stap terug doen in het spirituele leven; anders gebeurt het net als de boot, die, in plaats van vooruit te gaan, stopt, stuurt de wind hem terug.

27. Bedenk dat een moeder haar kind eerst leert lopen door hem te ondersteunen, maar dat hij dan alleen moet lopen; daarom moet je met je hoofd redeneren.

28. Mijn dochter, hou van de Ave Maria!

29. Men kan geen redding bereiken zonder de stormachtige zee over te steken, altijd een bedreigende ondergang. Golgotha ​​is de berg van heiligen; maar van daaruit gaat het naar een andere berg, die Tabor wordt genoemd.

30. Ik wil niets liever dan sterven of God liefhebben: dood of liefde; want leven zonder deze liefde is erger dan de dood: voor mij zou het onhoudbaarder zijn dan het nu is.

31. Ik mag dan niet de eerste maand van het jaar passeren zonder mijn ziel, of mijn lieve dochter, de groet van mij te brengen en je altijd te verzekeren van de genegenheid die mijn hart voor de jouwe heeft, die ik nooit ophoud om allerlei soorten zegeningen en spiritueel geluk te verlangen. Maar, mijn goede dochter, ik raad je dit arme hart ten zeerste aan: zorg ervoor dat je het onze liefste Heiland elke dag dankbaar maakt, en zorg ervoor dat dit jaar vruchtbaarder is dan vorig jaar in goede werken, aangezien de jaren voorbijgaan en de eeuwigheid nadert, moeten we de moed verdubbelen en onze geest tot God verheffen, hem met grotere ijver dienen in alles wat onze christelijke roeping en beroep ons verplichten.