Toewijding aan de Heilige Geest: Saint Paul's mooiste zinnen over de Geest van God

Het koninkrijk van God is geen eten of drinken, maar gerechtigheid, vrede en vreugde in de Heilige Geest. (Brief aan de Romeinen 14,17)
Wij zijn de ware besnedenen, die de door de Geest van God bewogen aanbidding vieren en roemen in Christus Jezus zonder op het vlees te vertrouwen. (Brief aan de Filippenzen 3,3)
De liefde van God is in ons hart gestort door de Heilige Geest die ons is gegeven. (Brief aan de Romeinen 5,5)
Het is God zelf die ons, samen met u, in Christus bevestigt en ons de zalving heeft gegeven, ons het zegel heeft gegeven en ons de aanbetaling van de Geest in ons hart heeft gegeven. (Tweede brief aan Korintiërs 1,21-22)
Maar u staat niet onder de heerschappij van het vlees, maar van de Geest, omdat de Geest van God in u leeft. Als iemand de Geest van Christus niet heeft, behoort hij hem niet toe. (Brief aan de Romeinen 8,9)
En als de Geest van God, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in jou leeft, zal hij die Christus uit de doden heeft opgewekt, ook leven geven aan je sterfelijke lichaam door zijn Geest die in jou leeft. (Brief aan de Romeinen 8,11)
Bewaak, door de Heilige Geest die in ons woont, het kostbare goed dat u is toevertrouwd. (Tweede brief aan Timoteüs 1,14)
Ook in hem hebt u, na het luisteren naar het woord van de waarheid, het evangelie van uw redding, en erin geloofd, het zegel van de Heilige Geest ontvangen dat beloofd was. (Brief aan de Efeziërs 1,13)
Ik wil de Heilige Geest van God niet bedroeven, met wie je bent gemarkeerd voor de dag van verlossing. (Brief aan de Efeziërs 4,30)
In feite is het bekend dat u een brief van Christus [...] bent, niet in inkt geschreven, maar met de Geest van de levende God, niet op stenen tafelen, maar op tafels van mensenharten. (Tweede brief aan Korintiërs 3:33)
Weet je niet dat je een tempel van God bent en dat de Geest van God in je leeft? (Eerste brief aan Korintiërs 3,16)
De vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, edelmoedigheid, welwillendheid, vriendelijkheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Brief aan de Galaten 5,22)