Hier is de echte taak van de beschermengel in je leven

Uit de "verhandelingen" van S. Bernardo, Abate.

'Hij zal zijn engelen bevelen om je te bewaken in al je stappen' (Ps 90, 11). Ze danken de Heer voor zijn genade en voor zijn wonderen jegens de mensenkinderen. Dank hen en zeg onder uw gevoelens: de Heer heeft geweldige dingen voor hen gedaan. O Heer, wat is de mens om voor hem te zorgen of om u aan hem te denken? Je denkt aan hem, je bent bezorgd om hem, je zorgt voor hem. Zend hem tenslotte uw eniggeborene, laat uw geest in hem neerdalen, u belooft hem ook het visioen van uw gezicht. En om te laten zien dat de hemel niets negeert dat ons kan helpen, zet die hemelse geesten aan onze zijde, zodat ze ons beschermen, ons leren en ons leiden.

'Hij zal zijn engelen bevelen om je bij al je stappen te bewaken.' Deze woorden hoeveel eerbied ze bij u moeten opwekken, hoeveel toewijding aan u, hoeveel vertrouwen u in moet brengen!

Eerbied voor aanwezigheid, toewijding voor welwillendheid, vertrouwen voor hechtenis.

Ze zijn daarom aanwezig en ze zijn niet alleen bij jou aanwezig, maar ook voor jou. Ze zijn aanwezig om u te beschermen, ze zijn aanwezig om u te helpen.

Ook al zijn engelen slechts uitvoerders van goddelijke geboden, toch moet men hen ook dankbaar zijn omdat ze God voor ons welzijn gehoorzamen. We zijn daarom toegewijd, we zijn de beschermers zo geweldig dankbaar, laten we ze teruggeven, laten we ze zo veel mogelijk eren en hoeveel we moeten. Alle liefde en alle eer gaat naar God, van wie het volledig afleidt wat van de engelen is en wat van ons is. Van hem komt het vermogen om lief te hebben en te eren, van hem wat ons liefde en eer waardig maakt.

We houden liefdevol van de engelen van God, zoals degenen die op een dag onze mede-erfgenamen zullen zijn, terwijl ze ondertussen onze gidsen en docenten zijn, die door de Vader voor ons zijn samengesteld en aangesteld.

Nu zijn we in feite kinderen van God, ook al begrijpen we dit momenteel niet duidelijk, omdat we nog steeds kinderen zijn onder bestuurders en leraren en daarom verschillen we helemaal niet van de dienstknechten. Immers, zelfs als we nog kinderen zijn en we hebben nog zo'n lange en gevaarlijke reis, wat moeten we dan vrezen onder zulke grote beschermers? Ze kunnen niet verslagen of verleid worden, laat staan ​​verleiden hen, die ons op al onze manieren bewaken.

Ze zijn trouw, ze zijn voorzichtig, ze zijn krachtig.

Waarom bezorgd? Volg ze gewoon, blijf dicht bij hen en blijf in de bescherming van de God van de hemel.