Onze Lieve Vrouw in Medjugorje legt je het belang uit van opoffering en verzaking

25 maart 1998
Lieve kinderen, ook vandaag nodig ik je uit voor vasten en verzaking. Kinderen, geef op wat je ervan weerhoudt om dichter bij Jezus te zijn Op een bijzondere manier nodig ik je uit: bid, want alleen met gebed kun je je wil overwinnen en zelfs in de kleinste dingen de wil van God ontdekken. Met je dagelijkse leven, kinderen, zul je een voorbeeld worden en getuigen dat je voor Jezus of tegen hem en tegen zijn wil leeft. Kinderen, ik wil dat je apostelen van liefde worden. Van je liefde, kinderen, zal worden erkend dat je van mij bent. Bedankt voor het beantwoorden van mijn telefoontje.
Enkele passages uit de Bijbel die ons kunnen helpen deze boodschap te begrijpen.
Rechters 9,1-20
Nu ging Abimelech, de zoon van Jerub-baal, naar Sichem, naar de broers van zijn moeder en zei tot hen en tot alle verwantschap van zijn moeder: 'Zeg de oren van alle heren van Sichem: het is beter voor u dat zeventig mannen over u heersen, alle zonen van Jerub-baal, of die ene man regeert u? Onthoud dat ik uit je bloed kom. ' De broers van zijn moeder spraken over hem en herhaalden deze woorden met alle heren van Sichem en hun harten bogen voor Abimelech, omdat ze zeiden: "Hij is onze broer." Ze gaven hem zeventig zilveren sikkels die ze uit de tempel van Baäl-Berit verwijderden; met hen huurde Abimelech loze en gedurfde mannen in die hem volgden. Hij kwam naar het huis van zijn vader in Ophra en doodde zijn broers, de zonen van Jerub-baal, zeventig mannen op dezelfde steen. Maar Jotam, de jongste zoon van Jerub-baal, ontsnapte omdat hij zichzelf had verborgen. Alle heren van Sichem en heel Beth-Millo kwamen samen en gingen koning Abimelech uitroepen aan de Eik van de Stele in Sichem.

Maar Iotam, die op de hoogte was van de zaak, ging op de top van de berg Garizim staan ​​en riep luidkeels: 'Luister naar mij, heren van Sichem, en God zal naar u luisteren! De bomen gingen erop uit om een ​​koning over hen te zalven. Ze zeiden tegen de olijfboom: regeer over ons. De olijfboom antwoordde hen: Zal ​​ik mijn olie opgeven, dankzij welke goden en mensen worden geëerd, en zal ik in de bomen gaan roeren? De bomen zeiden tegen de vijgenboom: Kom, regeer over ons. De vijgenboom zei tegen hen: Zal ​​ik mijn zoetheid en mijn heerlijke fruit opgeven en zal ik onrustig over de bomen gaan? De bomen zeiden tegen de wijnstok: Kom, regeer over ons. De wijnstok antwoordde hen: Zal ​​ik mijn most opgeven die goden en mensen verheugt, en zal ik in de bomen gaan roeren? Alle bomen zeiden tegen de braam: Kom, regeer over ons. De braamstruik antwoordde de bomen: Als u mij werkelijk tot koning over u zalft, kom dan, zoek mijn toevlucht in mijn schaduw; zo niet, vuur dan uit de braam en verslind de ceders van Libanon. Nu heb je niet loyaal en eerlijk gehandeld door koning Abimelech te verkondigen, je hebt niet goed toegewerkt naar Ierub-Baal en zijn huis, je hebt hem niet behandeld naar de verdienste van zijn daden ... Omdat mijn vader voor je vocht, stelde hij het gevaar bloot aan leven en bevrijdde je uit de handen van Midian. Maar vandaag stond u op tegen het huis van mijn vader, doodde zijn kinderen, zeventig mannen, op dezelfde steen en riep u uit tot koning van de heren van Sichem Abimelech, zoon van zijn slaaf, omdat hij uw broer is. Dus als je vandaag met oprechtheid en integriteit jegens Ierub-Baal en zijn huis hebt gewerkt, geniet dan van Abimelech en hij zal van je genieten! Maar als het niet zo is, zal er een vuur uit Abimelech komen om de heren van Sichem en Beth-Millo te verslinden; laat van de heren van Sichem en van Bet-Millo een vuur los dat Abimelech verslindt! ”. Jotam rende weg, ging in veiligheid en vestigde zich in Beer, weg van zijn broer Abimelech.