Meditatie van 9 juni "De missie van de Heilige Geest"

De Heer, die zijn discipelen de macht verleende om mensen in God geboren te laten worden, zei tegen hen: "Ga, maak discipelen van alle volken, en doop hen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest" (Mt 28, 19 ).
Dit is de Geest die de Heer bij monde van de profeten beloofde in de laatste tijden uit te storten op zijn mannelijke en vrouwelijke dienaren, zodat zij de gave van profetie zouden ontvangen. Daarom daalde het ook neer op de Zoon van God, die de zoon van de mens werd en er aan gewend raakte in het menselijk ras te wonen, onder de mensen te rusten en in de schepselen van God te wonen, waarbij hij in hen de wil van de Vader uitwerkte en hen te vernieuwen van de oude mens tot de nieuwheid van Christus.
Lucas vermeldt dat deze Geest, na de hemelvaart van de Heer, met Pinksteren over de discipelen kwam met de wil en macht om alle naties het leven en de openbaring van het Nieuwe Testament binnen te leiden. Zo zouden ze een bewonderenswaardig koor zijn geworden dat de lofzang voor God in volmaakte overeenstemming zou zingen, omdat de Heilige Geest afstanden zou hebben opgeheven, dissonanten zou hebben geëlimineerd en de vergadering van volkeren zou hebben getransformeerd in een eersteling die aan God zou worden geofferd.
Daarom beloofde de Heer de Parakleet zelf te sturen om ons God te behagen. Net zoals meel zich niet vermengt tot één deegachtige massa, en het ook geen enkel brood wordt zonder water, zo zullen ook wij, een verdeelde menigte, dat niet doen. zou de enige Kerk in Christus Jezus kunnen worden zonder dat het “Water” uit de hemel neerdaalt. En net zoals de dorre aarde geen vrucht kan dragen als ze geen water ontvangt, zo zouden ook wij, eenvoudig en kaal droog hout, nooit de vrucht van het leven hebben gedragen zonder de ‘Regen’ die vrijelijk van bovenaf werd gestuurd.
De doopwassing met de werking van de Heilige Geest heeft ons allemaal verenigd in ziel en lichaam in die eenheid die ons voor de dood behoedt.
De Geest van God daalde op de Heer neer als de Geest van wijsheid en intelligentie, de Geest van raad en standvastigheid, de Geest van kennis en vroomheid, de Geest van vrees voor God (zie Jes 11:2).
De Heer gaf vervolgens op zijn beurt deze Geest aan de Kerk en zond de Parakleet vanuit de hemel naar de hele aarde, vanwaar, zoals Hij zelf zei, de duivel werd verdreven als een vallende bliksem (zie Lucas 10:18). Daarom is de dauw van God voor ons noodzakelijk, zodat we niet hoeven te branden en vruchteloos worden en waar we de aanklager vinden, ook de advocaat kunnen hebben.
De Heer vertrouwt de man die voor dieven viel, aan ons, toe aan de Heilige Geest. Hij heeft medelijden met ons en verbindt onze wonden, en geeft de twee denarii met het beeld van de koning. Door in onze geest, door het werk van de Heilige Geest, het beeld en de inscriptie van de Vader en de Zoon in te prenten, zorgt Hij ervoor dat de talenten die ons zijn toevertrouwd in ons vrucht dragen, zodat we ze vervolgens vermenigvuldigd aan de Heer teruggeven.