Wereldreligie: waarom gelijkmoedigheid een essentiële boeddhistische deugd is

Het Engelse woord gelijkmoedigheid verwijst naar een staat van kalmte en evenwicht, vooral te midden van ontberingen. In het boeddhisme is gelijkmoedigheid (in het Pali, upekkha; in het Sanskriet, upeksha) een van de vier onmetelijke deugden of vier grote deugden (samen met mededogen, liefdevolle vriendelijkheid en sympathieke vreugde) die de Boeddha zijn discipelen leerde te cultiveren.

Maar gaat kalm en nuchter zijn over gelijkmoedigheid? En hoe ontwikkelt gelijkmoedigheid zich?

Definities van Upekkha
Hoewel vertaald als "gelijkmoedigheid", lijkt de precieze betekenis van upekkha moeilijk vast te stellen. Volgens Gil Fronsdal, die lesgeeft aan het Insight Meditation Center in Redwood City, Californië, betekent het woord upekkha letterlijk 'verder kijken'. Echter, een Pali/Sanskriet woordenlijst die ik heb geraadpleegd zegt dat het betekent “let er niet op; negeren".

Volgens de Theravadin-monnik en geleerde Bhikkhu Bodhi is het woord upekkha in het verleden verkeerd vertaald als 'onverschilligheid', wat ertoe heeft geleid dat velen in het Westen ten onrechte geloven dat boeddhisten onthecht en onverschillig moeten zijn tegenover andere wezens. Wat het werkelijk betekent, is niet te worden beheerst door passies, verlangens, sympathieën en antipathieën. De Bhikkhu gaat verder,

“Het is een gelijkmatige geest, een onwrikbare vrijheid van geest, een staat van innerlijk evenwicht die niet kan worden verstoord door winst en verlies, eer en oneer, lof en schuld, plezier en pijn. Upekkha is vrijheid van alle punten van zelfreferentie; het is alleen onverschilligheid voor de behoeften van het ego-zelf met zijn verlangen naar plezier en positie, niet voor het welzijn van zijn medemensen. “

Gil Fronsdal stelt dat de Boeddha upekkha omschreef als "overvloedig, verheven, onmetelijk, zonder vijandigheid en zonder kwade wil". Dat is toch niet hetzelfde als 'onverschilligheid'?

Thich Nhat Hanh stelt (in The Heart of the Buddha's Teaching, p. 161) dat het Sanskrietwoord upeksha “gelijkmoedigheid, niet-gehechtheid, non-discriminatie, gelijkmoedigheid of loslaten betekent. Upa betekent 'boven' en iksh betekent 'naar kijken'.' Beklim de berg om de hele situatie te kunnen overzien, niet gebonden aan de ene of de andere kant. “

We kunnen ook naar het leven van de Boeddha kijken voor begeleiding. Na zijn verlichting leefde hij zeker niet in een staat van onverschilligheid. In plaats daarvan besteedde hij 45 jaar actief aan het onderwijzen van de dharma aan anderen. Voor meer informatie over dit onderwerp, zie Waarom vermijden boeddhisten gehechtheid? en “Omdat onthechting het verkeerde woord is”

Staande in het midden
Een ander Pali-woord dat gewoonlijk in het Engels wordt vertaald als "gelijkmoedigheid" is tatramajjhattata, wat betekent "tussenin staan". Gil Fronsdal zegt dat "in het midden zijn" verwijst naar een balans die voortkomt uit innerlijke stabiliteit, gecentreerd blijven wanneer omringd door onrust.

De Boeddha leerde dat we constant in een of andere richting worden getrokken door dingen of omstandigheden die we willen of hopen te vermijden. Deze omvatten lof en schuld, plezier en pijn, succes en mislukking, winst en verlies. De wijze persoon, zei de Boeddha, accepteert alles zonder goedkeuring of afkeuring. Dit vormt de kern van de 'Middenweg' die de kern vormt van de boeddhistische beoefening.

Cultiveer gelijkmoedigheid
In haar boek Comfortabel met onzekerheid stelt de Tibetaanse professor Kagyu Pema Chodron: "Om gelijkmoedigheid te cultiveren, oefenen we onszelf te betrappen wanneer we aantrekking of afkeer voelen voordat het verhardt tot vastgrijpen of negativiteit."

Dit heeft natuurlijk te maken met mindfulness. De Boeddha leerde dat er vier referentiekaders zijn in bewustzijn. Dit worden ook wel de vier fundamenten van mindfulness genoemd. Dit zijn:

Mindfulness van het lichaam (kayasati).
Bewustzijn van gevoelens of sensaties (vedanasati).
Bewustzijn van de geest of mentale processen (cittaasati).
Bewustzijn van mentale objecten of kwaliteiten; of dharmabewustzijn (dhammasati).
Hier hebben we een goed voorbeeld van werken met bewustzijn van gevoelens en denkprocessen. Mensen die zich niet bewust zijn, worden voortdurend voor de gek gehouden door hun emoties en vooroordelen. Maar met aandacht, erken en erken de gevoelens zonder dat ze je beheersen.

Pema Chodron zegt dat wanneer gevoelens van aantrekking of afkeer ontstaan, we "onze vooroordelen kunnen gebruiken als springplank om contact te maken met de verwarring van anderen." Wanneer we intiem worden en onze gevoelens accepteren, zien we duidelijker hoe iedereen verstrikt raakt in hun hoop en angsten. Hieruit kan "een breder perspectief ontstaan".

Thich Nhat Hanh stelt dat boeddhistische gelijkmoedigheid het vermogen inhoudt om iedereen als gelijk te zien. "We hebben alle discriminatie en vooroordelen geëlimineerd en alle grenzen tussen onszelf en anderen verwijderd", schrijft hij. "In een conflict blijven we, zelfs als we diep bezorgd zijn, onpartijdig, in staat beide partijen lief te hebben en te begrijpen."