Wat de Bijbel zegt over de oproep tot de bediening

Als u zich geroepen voelt om te dienen, vraagt ​​u zich misschien af ​​of dit pad geschikt voor u is. Er is een grote verantwoordelijkheid verbonden aan het werk van de bediening, dus dit is geen beslissing die lichtvaardig moet worden genomen. Een geweldige manier om je te helpen bij het nemen van je beslissing is door te vergelijken wat je voelt en wat de Bijbel over de bediening te zeggen heeft. Deze strategie om je hart te onderzoeken is nuttig omdat het je een idee geeft van hoe het is om predikant of bedieningleider te zijn. Hier zijn enkele Bijbelverzen over bediening om te helpen:

Ministerie is werk
Bediening betekent niet alleen maar de hele dag in gebed zitten of je bijbel lezen, dit werk vergt werk. Je moet uitgaan en met mensen praten; je moet je geest voeden; je dient anderen, helpt in de gemeenschap en meer.

Efeziërs 4: 11-13
Christus heeft sommigen van ons uitgekozen om apostelen, profeten, zendelingen, herders en leraren te zijn, zodat zijn volk zou leren dienen en zijn lichaam sterk zou worden. Dit zal doorgaan totdat we verenigd zijn door ons geloof en begrip van de Zoon van God. Dan zullen we volwassen zijn, net als Christus, en volledig zoals hij. (CEV)

2 Timoteüs 1: 6-8
Om deze reden herinner ik je eraan om de gave van God, die in jou is door de oplegging van mijn handen, in brand te steken. Want de Geest die God ons heeft gegeven, maakt ons niet verlegen, maar geeft ons kracht, liefde en zelfdiscipline. Schaam je dus niet voor het getuigenis van onze Heer of voor mij, zijn gevangene. Sluit u liever bij mij aan in het lijden voor het evangelie, door de kracht van God.

2 Korintiërs 4:1
Daarom verliezen we de moed niet, omdat we door Gods genade deze bediening hebben. (NIV)

2 Korintiërs 6: 3-4
Wij leven zo dat niemand door ons tot struikelen zal worden gebracht en dat niemand schuldig zal worden bevonden aan onze bediening. In alles wat we doen, laten we zien dat we ware dienaren van God zijn. We verdragen geduldig problemen, moeilijkheden en allerlei soorten rampen. (NLT)

2 Kronieken 29:11
Laten we geen tijd verspillen, mijn vrienden. Jullie zijn degenen die zijn uitgekozen om de priesters van de Heer te zijn en Hem offers te brengen. (CEV)

Ministerie is verantwoordelijkheid
Er is veel verantwoordelijkheid in de bediening. Als predikant of bedieningleider ben je een voorbeeld voor anderen. Mensen willen zien wat je in bepaalde situaties doet, omdat je voor hen Gods licht bent. Je moet onberispelijk en tegelijkertijd benaderbaar zijn

1 Petrus 5: 3
Pest de mensen om wie u geeft niet, maar geef het goede voorbeeld. (CEV)

Handelingen 1: 8
Maar de Heilige Geest zal over je komen en je kracht geven. Dan vertel je iedereen over mij in Jeruzalem, in heel Judea, in Samaria en in elk deel van de wereld. (CEV)

Hebreeën 13: 7
Denk aan uw leiders die u het woord van God hebben onderwezen. Denk aan al het goede dat in hun leven is gekomen en volg het voorbeeld van hun geloof. (NLT)

1 Timoteüs 2: 7
Waarvoor ik ben aangesteld als prediker en apostel – ik spreek de waarheid in Christus en ik lieg niet – een leraar van de heidenen in geloof en waarheid. (NKJV)

1 Timotheüs 6:20
O Timotheüs! Bescherm wat aan u is toevertrouwd en vermijd het profane en ijdele geklets en de tegenstrijdigheden van wat ten onrechte kennis wordt genoemd. (NKJV)

Hebreeën 13:17
Vertrouw op uw leiders en onderwerp u aan hun autoriteit, want zij waken over u als verantwoordelijken. Maak van hun werk een vreugde en geen last, want dat zou je geen goed doen. (NIV)

2 Timotheüs 2:15
Doe je best om jezelf aan God voor te stellen als een goedgekeurde, een werker die zich niet hoeft te schamen en die correct met het woord der waarheid omgaat. (NIV)

Lucas 6:39
Hij vertelde hen ook deze gelijkenis: ‘Kan een blinde een blinde leiden? Vallen ze niet allebei in een kuil? “(NIV)

Titus 1:7 I
Kerkleiders zijn verantwoordelijk voor Gods werk en moeten daarom ook een goede reputatie hebben. Ze mogen niet bazig, opvliegend, zware drinkers, aanmatigend of oneerlijk in zaken zijn. (CEV)

Het ministerie baart moed
Er zijn momenten waarop het werk in de bediening heel zwaar kan zijn. Je zult een sterk hart moeten hebben om deze tijden het hoofd te bieden en te doen wat je moet doen voor God.

2 Timoteüs 4: 5
Wat jou betreft, wees altijd nuchter, verdraag het lijden, doe het werk van een evangelist, vervul je bediening. (ESV)

1 Timoteüs 4: 7
Maar ze hebben niets te maken met wereldse sprookjes die alleen geschikt zijn voor oudere vrouwen. Aan de andere kant: disciplineer uzelf ter wille van de godsvrucht. (NASB)

2 Korintiërs 4: 5
Want wat wij prediken is niet onszelf, maar Jezus Christus als Heer en onszelf als uw dienaren ter wille van Jezus.

Psalm 126: 6
Degenen die huilend naar buiten gaan en zaden dragen om te zaaien, zullen terugkeren met vreugdeliederen en schoven met zich meedragen. (NIV)

Openbaring 5: 4
Ik huilde veel omdat niemand waardig werd bevonden de boekrol te openen of erin te kijken. (CEV)