Schok bij het Vaticaanse Staatssecretariaat, nieuwe perspectieven in de Curie

Het uitgestelde ontwerpdocument dat de Romeinse Curie zal hervormen, geeft het Vaticaanse Staatssecretariaat een prominentere plaats in het functioneren van de centrale bestuursbureaucratie van de Kerk. Maar anno 2020 is paus Franciscus de tegenovergestelde kant op gegaan.

In een tijdsbestek van een paar maanden werd het Staatssecretariaat geleidelijk aan al zijn financiële bevoegdheden ontnomen.

In september benoemde de paus de nieuwe commissie van kardinalen van het Instituut voor Religieuze Werken (IOR), ook wel bekend als de ‘Vaticaanse bank’. Voor het eerst behoorde de minister van Buitenlandse Zaken niet tot de kardinalen. Ook is het Staatssecretariaat niet vertegenwoordigd in de Commissie voor Gereserveerde Zaken die de paus in oktober heeft opgericht met de eerste Vaticaanse aanbestedingswet. In november besloot de paus dat het Staatssecretariaat al zijn fondsen moest overmaken naar APSA, het equivalent van een centrale bank van Vaticaanstad.

In december specificeerde paus Franciscus hoe de overdracht zou moeten plaatsvinden, waarbij hij verduidelijkte dat het Staatssecretariaat onder voortdurend toezicht zal staan ​​van de belangrijkste toezichthouder op de financiële operaties van het Vaticaan, het Secretariaat voor de Economie, dat omgedoopt is tot het ‘Pauselijk Secretariaat voor de Financiën’. Economische Zaken. “

Deze stappen staan ​​in schril contrast met de ontwerpgrondwet van de Romeinse Curie, Praedicate Evangelium, die nog steeds wordt beoordeeld door de Raad van Kardinalen.

In feite stelt het ontwerp van het document de oprichting voor van een echt ‘pauselijk secretariaat’ binnen het Vaticaanse Staatssecretariaat, dat de plaats zou innemen van het privésecretariaat van paus Franciscus en de verschillende organen van de Romeinse Curie zou coördineren. Het pauselijke secretariaat belegt bijvoorbeeld de periodieke interdepartementale bijeenkomsten en brengt indien nodig ook de dicasteries samen om aan specifieke taken of projecten te werken.

Als het Praedicate Evangelium in essentie blijft zoals het lijkt te zijn in het ontwerp dat afgelopen zomer circuleerde, dan zullen de door paus Franciscus geïntroduceerde stapsgewijze hervormingen de nieuwe regelgeving oud en achterhaald maken zodra ze worden afgekondigd.

Als het ontwerp daarentegen zwaar wordt aangepast om overeen te komen met wat paus Franciscus heeft gedaan, zal het Praedicaat Evangelium niet snel het levenslicht zien. In plaats daarvan zal het nog langere tijd onder de loep blijven liggen, waardoor de Kerk in een staat van “hervormingen terecht komt”.

Met andere woorden: in plaats van de hervormingen in steen te zetten met een bindend document zoals het Praedicate Evangelium, zoals eerdere pausen hebben gedaan, zullen de hervormingen tot stand komen via de persoonlijke beslissingen van paus Franciscus, die herhaaldelijk zijn precedenten teniet hebben gedaan.

Dit is de reden waarom het pad van de hervorming van de curie tot nu toe door velen als heen en weer wordt gekenmerkt.

Ten eerste was het het Secretariaat voor Economie dat zijn bevoegdheden zag krimpen.

Aanvankelijk begreep paus Franciscus de reformistische ideeën van kardinaal George Pell en pleitte hij voor een ingrijpende herschikking van de financiële controlemechanismen. De eerste fase begon met de oprichting van het Secretariaat voor Economie in 2014.

Maar in 2016 nam paus Franciscus de zaak van het Staatssecretariaat op zich, dat betoogde dat de benadering van kardinaal Pell van financiële hervormingen geen rekening hield met het bijzondere karakter van de Heilige Stoel als staat, en niet als onderneming. Tegengestelde standpunten ontaardden in een gevecht toen het Secretariaat voor de Economie een contract tekende voor een grootschalige audit met Pricewaterhouse Coopers. Het herzieningscontract werd in december 2015 ondertekend en in juni 2016 door de Heilige Stoel teruggeschroefd.

Na het verkleinen van de reikwijdte van de audit van kardinaal Pell heeft het Staatssecretariaat zijn centrale rol in de Romeinse Curie herwonnen, terwijl het Secretariaat voor Economie is verzwakt. Toen kardinaal Pell in 2017 afscheid moest nemen om terug te keren naar Australië en te maken kreeg met beruchte aanklachten, waarvan hij later werd vrijgesproken, kwam het werk van het Secretariaat voor de Economie tot stilstand.

Paus Franciscus heeft Fr. Juan Antonio Guerrero Alves vervangt kardinaal Pell in november 2019. Onder Fr. Guerrero, het Secretariaat voor Economie, heeft zijn macht en invloed herwonnen. Tegelijkertijd raakte het staatssecretariaat verwikkeld in het schandaal na de aankoop van een luxe pand in Londen.

Met het besluit om enige financiële controle over te nemen door het Staatssecretariaat, is de paus teruggekeerd naar zijn oorspronkelijke visie van een sterk Secretariaat voor de Economie. Het Staatssecretariaat heeft elk gevoel van autonomie verloren sinds zijn financiële activiteiten nu zijn overgedragen aan APSA. Nu valt elke financiële zet van het Staatssecretariaat rechtstreeks onder het Secretariaat voor Economisch Toezicht.

De overdracht van fondsen aan APSA lijkt te herinneren aan het project van kardinaal Pell voor het vermogensbeheer van het Vaticaan. APSA is, net als de Centrale Bank van Vaticaanstad, het centrale investeringskantoor van het Vaticaan geworden.

Tot nu toe is het Staatssecretariaat, na de laatste pauselijke stappen, het enige Vaticaanse departement met een voormalige financiële autonomie dat deze heeft verloren. Bij het besluit van paus Franciscus zijn nog niet de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren betrokken – die onder meer de enorme fondsen voor Wereldmissiedag beheert – en het bestuur van Vaticaanstad, die ook financiële autonomie hebben.

Maar veel waarnemers van het Vaticaan zijn het erover eens dat geen enkel dicasterie zichzelf nu veilig kan achten voor de voortgaande hervormingen van paus Franciscus, aangezien de paus zich al bereid heeft getoond om onverwachts van richting te veranderen, en wel heel snel. In het Vaticaan wordt al gesproken over “een staat van permanente hervorming”, en zelfs over de definitieve staat die met het Praedicaat Evangelium had moeten komen.

Ondertussen liggen de activiteiten van de dicasteries stil, terwijl leden van de Curie zich afvragen of het Curia-hervormingsdocument ooit zal worden gepubliceerd. Het staatssecretariaat is het eerste slachtoffer van deze situatie. Maar het zal hoogstwaarschijnlijk niet de laatste zijn.