Evangelie van 10 januari 2019

Eerste brief van Johannes de apostel 4,19-21.5,1-4.
Dierbaren, we houden van, omdat hij eerst van ons hield.
Als iemand zegt: "Ik hou van God" en zijn broer haat, is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder die ziet, niet liefheeft, kan God niet liefhebben die niet ziet.
Dit is het gebod dat we van hem hebben: wie van God houdt, houdt ook van zijn broer.
Iedereen die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en wie houdt van degene die heeft voortgebracht, houdt ook van degene die uit hem is geboren.
Hieruit weten we dat we de kinderen van God liefhebben: als we God liefhebben en zijn geboden onderhouden,
omdat hierin de liefde van God bestaat, door zijn geboden te onderhouden; en zijn geboden zijn niet zwaar.
Alles wat uit God geboren is, wint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld heeft verslagen: ons geloof.

Salmi 72(71),1-2.14.15bc.17.
God, geef uw oordeel aan de koning,
uw gerechtigheid voor de zoon van de koning;
regeer uw volk met rechtvaardigheid
en uw armen met gerechtigheid.

Hij zal ze verlossen van geweld en misbruik,
hun bloed zal kostbaar zijn in zijn ogen.
We zullen elke dag voor hem bidden,
zal voor altijd gezegend worden.

Zijn naam blijft voor altijd,
voor de zon blijft zijn naam bestaan.
In hem zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden
en alle volkeren zullen het gezegend zeggen.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 4,14-22a.
In die tijd keerde Jezus terug naar Galilea met de kracht van de Heilige Geest en zijn bekendheid verspreidde zich door de hele regio.
Hij gaf les in hun synagogen en iedereen prees ze.
Hij ging naar Nazareth, waar hij was opgegroeid; en zoals gewoonlijk ging hij zaterdag de synagoge binnen en stond op om te lezen.
Hij kreeg de boekrol van de profeet Jesaja; apertolo vond de passage waar het stond geschreven:
De Geest van de Heer staat boven mij; om deze reden wijdde hij me met de zalving en stuurde me om een ​​blijde boodschap aan de armen te verkondigen, om de bevrijding aan de gevangenen en het zicht aan de blinden te verkondigen; om de onderdrukten te bevrijden,
en predik een jaar van genade van de Heer.
Vervolgens rolde hij het boek op, gaf het aan de bediende en ging zitten. De ogen van iedereen in de synagoge waren op hem gericht.
Vervolgens begon hij te zeggen: "Vandaag is deze Schrift die je met je oren hebt gehoord in vervulling gegaan."
Iedereen getuigde en was verbaasd over de woorden van genade die uit zijn mond kwamen.