Evangelie van 10 november 2018

Brief van de apostel Paulus aan de Filippenzen 4,10-19.
Broeders, ik voelde grote vreugde in de Heer, omdat je eindelijk je gevoelens voor mij weer hebt doen opbloeien: in werkelijkheid had je ze al eerder, maar je had de kans niet.
Ik zeg dit niet uit noodzaak, aangezien ik heb geleerd om bij elke gelegenheid zelfvoorzienend te zijn;
Ik leerde arm te zijn en ik leerde rijk te zijn; Ik ben ingewijd in alles, in elk opzicht: verzadiging en honger, overvloed en behoeftigheid.
Ik kan alles in degene die mij kracht geeft.
Je had echter gelijk om deel te nemen aan mijn beproeving.
U weet goed, Filippenzen, dat aan het begin van de prediking van het evangelie, toen ik Macedonië verliet, geen enkele kerk een debet- of creditrekening bij mij opende, behalve u alleen;
en ook in Thessalonica heb je me twee keer de benodigde items gestuurd.
Het is echter niet uw geschenk dat ik zoek, maar de vrucht die in uw voordeel is.
Nu heb ik het nodige en ook het overbodige; Ik ben vervuld van uw geschenken die ik van Epafroditus heb ontvangen, die een zoetgeurende geur zijn, een offer dat aanvaard en aangenaam is voor God.
Mijn God zal op zijn beurt al uw behoeften naar zijn rijkdom vervullen met grootsheid in Christus Jezus.

Salmi 112(111),1-2.5-6.8a.9.
Gezegend is de man die de Heer vreest
en vindt grote vreugde in zijn geboden.
Zijn afkomst zal krachtig zijn op aarde,
de nakomelingen van de rechtvaardigen zullen gezegend worden.

Gelukkig zielige man die leent,
beheert zijn bezittingen met recht.
Hij zal niet eeuwig wankelen:
de rechtvaardigen zullen altijd herinnerd worden.

Zeker is zijn hart, hij vreest niet;
Hij geeft grotendeels aan de armen,
zijn gerechtigheid blijft voor altijd,
haar kracht stijgt in glorie.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 16,9-15.
In die tijd zei Jezus tegen zijn discipelen: "Zorg voor vrienden met oneerlijke rijkdommen, zodat ze je welkom heten in eeuwige huizen als het je niet lukt.
Wie trouw is in weinig, is ook trouw in veel; en wie oneerlijk is in weinig, is ook oneerlijk in veel.
Als u daarom niet trouw bent geweest in oneerlijke rijkdom, wie zal u dan de echte toevertrouwen?
En als je niet trouw bent geweest aan de rijkdom van anderen, wie zal je dan de jouwe geven?
Geen enkele dienaar kan twee heren dienen: of hij zal de een haten en de ander liefhebben, of hij zal aan de een gehecht zijn en de ander verachten. Je kunt God en de mammon niet dienen.'
De Farizeeën, die gehecht waren aan geld, hoorden al deze dingen en bespotten hem.
Hij zei: "Jullie beschouwen jezelf als rechtvaardig voor de mensen, maar God kent jullie harten: wat onder de mensen verheven is, is iets verfoeilijks voor God".