Evangelie van 12 januari 2019

Eerste brief van Johannes de apostel 5,14-21.
Dit is het vertrouwen dat we in hem hebben: wat we hem ook vragen volgens zijn wil, hij luistert naar ons.
En als we weten dat hij naar ons luistert in wat we hem vragen, weten we dat we al hebben wat we hem hebben gevraagd.
Als iemand zijn broer een zonde ziet doen die niet tot de dood leidt, bid dan, en God zal hem leven geven; het is bedoeld voor degenen die een zonde begaan die niet tot de dood leidt: in feite is er een zonde die tot de dood leidt; daarom zeg ik niet te bidden.
Alle ongerechtigheid is zonde, maar er is zonde die niet tot de dood leidt.
We weten dat iedereen die uit God is geboren niet zondigt: wie uit God is geboren, behoudt zichzelf en de boze raakt hem niet aan.
We weten dat we van God komen, terwijl de hele wereld onder de macht van de boze ligt.
We weten ook dat de Zoon van God kwam en ons de intelligentie gaf om de ware God te kennen, en we zijn in de ware God en in zijn Zoon Jezus Christus: hij is de ware God en het eeuwige leven.
Pas op voor valse goden!

Salmi 149(148),1-2.3-4.5.6a.9b.
Zing een nieuw lied voor de Heer;
zijn lof in de vergadering van de gelovigen.
Verheug Israël in zijn Schepper,
laten de zonen van Sion zich verheugen in hun koning.

Loof zijn naam met dansen,
met lofzangen en lieren zingen lofzangen.
De Heer heeft zijn volk lief,
Bekroon de nederigen met de overwinning.

Laat de gelovigen juichen in glorie,
staan ​​graag op uit hun bed.
De lof van God op hun mond:
dit is de glorie voor al zijn gelovigen.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 3,22-30.
Hierna ging Jezus met zijn discipelen naar de regio Judea; en daar bleef hij bij hen en doopte.
Johannes doopte ook in Ennòn, bij Salìm, omdat er veel water was; en mensen gingen gedoopt worden.
In feite was Giovanni nog niet gevangengezet.
Vervolgens ontstond er een discussie tussen de discipelen van Johannes en een Jood over zuivering.
Dus gingen ze naar Johannes en zeiden tegen hem: "Rabbi, degene die bij je was aan de andere kant van de Jordaan, en van wie je getuigde, zie, hij doopt en iedereen komt tot hem."
Johannes antwoordde: «Niemand kan iets aannemen tenzij het hem door de hemel is gegeven.
Jullie zijn zelf getuigen van mij dat ik zei: Ik ben niet de Christus, maar ik ben voor hem gezonden.
Wie de bruid bezit, is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom, die aanwezig is en naar hem luistert, verheugt zich met vreugde over de stem van de bruidegom. Nu is deze vreugde van mij compleet.
Hij moet groeien en ik moet afnemen.