Evangelie van 12 november 2018

Brief van de apostel Paulus aan Titus 1,1-9.
Paulus, dienaar van God, apostel van Jezus Christus om Gods uitverkorenen tot geloof op te roepen en de waarheid bekend te maken die tot vroomheid leidt
en het is gegrondvest op de hoop op het eeuwige leven, sinds eeuwen beloofd door die God die niet liegt,
en vervolgens geopenbaard door zijn woord door de prediking die mij was toevertrouwd op bevel van God, onze Heiland,
aan Tito, mijn ware zoon in het gemeenschappelijk geloof: genade en vrede van God de Vader en van Christus Jezus, onze Heiland.
Om deze reden heb ik je op Kreta achtergelaten om te regelen wat er nog moet gebeuren en om in elke stad presbyters aan te stellen, volgens de instructies die ik je heb gegeven:
de kandidaat moet onberispelijk zijn, slechts één keer getrouwd, kinderen hebben die gelovig zijn en die niet van losbandigheid kunnen worden beschuldigd of ongehoorzaam zijn.
Want de bisschop, als Gods rentmeester, moet onberispelijk zijn: niet arrogant, niet opvliegend, niet verslaafd aan wijn, niet gewelddadig, niet hebzuchtig naar oneerlijk gewin,
maar gastvrij, liefhebber van het goede, verstandig, rechtvaardig, vroom, beheerst,
gehecht aan de vaste leer, volgens de overgeleverde leer, zodat hij met zijn gezonde leer kan vermanen en de tegensprekers kan weerleggen.

Salmi 24(23),1-2.3-4ab.5-6.
Van de Heer is de aarde en wat deze bevat,
het universum en zijn bewoners.
Hij heeft het op de zeeën gesticht,
en op de rivieren vestigde hij het.

Wie zal de berg van de Heer beklimmen,
wie blijft op zijn heilige plaats?
Wie heeft onschuldige handen en puur hart,
die geen leugen uitspreekt.

Hij krijgt zegen van de Heer,
gerechtigheid van God zijn redding.
Hier is de generatie die ernaar op zoek is,
die je gezicht zoekt, God van Jacob.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 17,1-6.
In die tijd zei Jezus tegen zijn discipelen: «Schandalen zijn onvermijdelijk, maar wee hem voor wie ze zich voordoen.
Het is beter voor hem dat een molensteen om zijn nek wordt gelegd en in zee wordt gegooid, in plaats van een van deze kleintjes te schande te maken.
Pas op voor jezelf! Als uw broer zondigt, berispt hem; maar als hij berouw heeft, vergeef hem dan.
En als hij zeven keer per dag tegen u zondigt en zeven keer tegen u zegt: ik heb berouw, dan zult u hem vergeven ».
De apostelen zeiden tegen de Heer:
'Vergroot ons geloof!' De Heer antwoordde: 'Als je evenveel geloof had als een mosterdzaadje, zou je tegen deze moerbeiboom kunnen zeggen: word ontworteld en in de zee overgeplant, en hij zal naar je luisteren.'