Evangelie van 12 oktober 2018

Brief van Paulus de apostel aan Galaten 3,7-14.
Broeders, weet dat kinderen van Abraham degenen zijn die uit geloof komen.
En de Schrift, die voorzag dat God de heidenen door geloof zou rechtvaardigen, voorspelde dit goede nieuws aan Abraham: In u zullen alle volken gezegend worden.
Dientengevolge worden degenen die geloof hebben gezegend samen met Abraham die geloofde.
Degenen die naar de werken van de wet verwijzen, staan ​​daarentegen onder de vloek, want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder die niet trouw blijft aan alles wat in het wetboek staat geschreven om ze in praktijk te brengen.
En dat niemand zichzelf door de wet voor God kan rechtvaardigen, vloeit voort uit het feit dat de rechtvaardige zal leven krachtens het geloof.
Nu is de wet niet gebaseerd op geloof; integendeel, het zegt dat wie deze dingen beoefent, voor hen zal leven.
Christus heeft ons verlost van de vloek van de wet en werd zelf een vloek voor ons, zoals er staat geschreven: Vervloekt is hij die aan het hout hangt,
zodat in Christus Jezus de zegen van Abraham zou overgaan op de mensen en we de belofte van de Geest zouden ontvangen door geloof.

Salmi 111(110),1-2.3-4.5-6.
Ik zal de Heer met heel mijn hart danken,
bij de montage van de rechtvaardige en bij de montage.
Grote werken van de Heer,
laat degenen die van hen houden over hen nadenken.

Zijn werken zijn pracht van schoonheid,
zijn gerechtigheid duurt eeuwig.
Hij liet een herinnering achter aan zijn wonderen:
medelijden en tederheid is de Heer.

Hij geeft voedsel aan degenen die hem vrezen,
hij herinnert zich altijd zijn verbond.
Hij liet zijn mensen de kracht van zijn werken zien,
gaf hem de erfenis van de natiën.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 11,15-26.
In die tijd, nadat Jezus een demom had verbrijzeld, zeiden sommigen: "Het is in de naam van Beëlzebub, de leider van de demonen, dat hij de demonen uitdrijft."
Anderen vroegen hem toen om hem te testen om een ​​teken uit de hemel.
Hij kende hun gedachten en zei: «Elk koninkrijk dat op zichzelf is verdeeld, ligt in puin en het ene huis valt op het andere.
Als zelfs Satan in zichzelf verdeeld is, hoe zal zijn koninkrijk dan standhouden? Je zegt dat ik demonen uitdrijf in naam van Beëlzebub.
Maar als ik demonen uitdrijf in de naam van Beëlzebub, uw discipelen in de naam van wie ze uitdreef? Daarom zullen zij zelf uw rechters zijn.
Maar als ik demonen uitdrijf met de vinger van God, dan is het koninkrijk van God tot je gekomen.
Als een sterke, goed bewapende man zijn paleis bewaakt, zijn al zijn bezittingen veilig.
Maar als iemand sterker dan hij arriveert en hem wint, grist hij het pantser weg dat hij vertrouwde en verdeelt hij de buit.
Wie niet bij mij is, is tegen mij; en wie niet bij me komt, verstrooit.
Wanneer de onreine geest uit de mens komt, dwaalt hij door dorre plaatsen op zoek naar rust en zegt hij niets te vinden: hij zal terugkeren naar mijn huis waar ik vandaan kwam.
Als hij komt, vindt hij het geveegd en versierd.
Ga dan, neem zeven andere geesten met hem mee die erger zijn dan hij en ze komen binnen en logeren daar en de uiteindelijke toestand van die man wordt erger dan de eerste ».