Evangelie van 14 juni 2018

Donderdag van de XNUMXe week van vakantie in gewone tijd

Eerste boek der koningen 18,41-46.
In die dagen zei Elia tegen Achab: "Kom, eet en drink, want ik hoor het geluid van stortregens."
Achab ging eten en drinken. Elia ging naar de top van de Karmel; hij wierp zich op de grond en legde zijn gezicht tussen zijn knieën.
Toen zei ze tegen haar vriend: "Kom hier, kijk naar de zee". Hij ging kijken en zei. "Er is niets!". Elia zei: "Kom nog zeven keer terug."
De zevende keer rapporteerde hij: "Zie, een wolk stijgt op uit de zee, als een mensenhand." Elia zei tegen hem: "Ga en zeg Achab: hef de paarden op de wagen en stap uit zodat de regen je niet zal verrassen!"
De lucht werd onmiddellijk verduisterd door de wolken en de wind; de regen viel zwaar. Achab stapte in de wagen en ging naar Jizreël.
De hand van de Heer was op Elia die, met zijn heupen omgord, voor Achab uit rende tot hij bij Jizreël kwam.

Salmi 65(64),10abcd.10e-11.12-13.
Je bezoekt de aarde en dooft haar:
vul het met zijn rijkdom.
De rivier van God is gezwollen van water;
je laat tarwe groeien voor mensen.

Dus je bereidt de aarde voor:
je bevloeit zijn voren,
je egaliseert de kluiten,
je maakt het nat in de regen

en zegen zijn scheuten.
U bekroont het jaar met uw voordelen,
overvloed druipt als je voorbij komt.
De weilanden van de woestijn druipen

en de heuvels zijn omgeven door opgetogenheid.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Matteüs 5,20-26.
In die tijd zei Jezus tegen zijn discipelen: «Ik zeg u: als uw gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en Farizeeën, zult u het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.
Je hebt gehoord dat er tegen de ouden werd gezegd: niet doden; degene die doodt, wordt berecht.
Maar ik zeg je: iedereen die boos wordt op zijn broer wordt beoordeeld. Wie dan tegen zijn broer zegt: dom, zal onderworpen worden aan het Sanhedrin; en wie tot hem zegt, gek, zal worden onderworpen aan het vuur van Gehenna.
Dus als je je offer op het altaar aanbiedt en je herinnert je dat je broer iets tegen je heeft,
laat je geschenk daar achter voor het altaar en ga eerst om je te verzoenen met je broer en ga dan terug om je geschenk aan te bieden.
Spreek snel met uw tegenstander af terwijl u met hem onderweg bent, zodat de tegenstander u niet aan de keurmeester en de keurmeester aan de wacht overhandigt en u in de gevangenis wordt gegooid.
Voorwaar, ik zeg u, u gaat daar pas weg als u de laatste cent hebt betaald! »