Evangelie van 16 januari 2019

Brief aan de Hebreeën 2,14-18.
Broeders, aangezien daarom de kinderen bloed en vlees gemeen hebben, werd Jezus er ook een deelnemer in, om door de dood degene die macht heeft over de dood, dat wil zeggen de duivel, tot machteloosheid door de dood te reduceren,
en bevrijd dus degenen die uit angst voor de dood levenslang onderworpen waren aan slavernij.
In feite zorgt hij niet voor de engelen, maar wel voor de afstamming van Abraham.
Daarom moest hij zich in alle dingen op zijn broers gelijken, om een ​​barmhartige en getrouwe hogepriester te worden in zaken die God aangaan, om boete te doen voor de zonden van het volk.
In feite kan hij, alleen omdat hij wordt getest en persoonlijk lijdt, degenen die de test ondergaan, te hulp komen.

Salmi 105(104),1-2.3-4.5-6.7a.8-9.
Prijs de Heer en roep zijn naam aan,
verkondigen zijn werken onder de volkeren.
Zing voor hem, zing van vreugde,
mediteer over al zijn wonderen.

Glorie uit zijn heilige naam:
het hart van degenen die de Heer zoeken, verheugt zich.
Zoek de Heer en zijn kracht,
zoek altijd zijn gezicht.

Denk aan de wonderen die het heeft bereikt,
zijn wonderen en de oordelen van zijn mond;
Jij afstammeling van Abraham, zijn dienaar,
zonen van Jacob, zijn uitverkorene.

Hij is de Heer, onze God.
Onthoud altijd zijn alliantie:
woord gegeven voor duizend generaties,
het nauwe verbond met Abraham
en zijn eed aan Isaak.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 1,29-39.
In die tijd kwam Jezus uit de synagoge en ging onmiddellijk naar het huis van Simon en Andreas, in gezelschap van Jakobus en Johannes.
Simone's schoonmoeder lag met koorts in bed en ze vertelden hem meteen over haar.
Hij kwam naar voren en pakte haar bij de hand; de koorts verliet haar en ze begon hen te dienen.
Toen het avond werd, na zonsondergang, brachten alle zieken en bezetenen hem.
De hele stad stond voor de deur.
Hij genas velen die door verschillende ziekten waren getroffen en verdreef vele demonen; maar hij stond demonen niet toe te spreken, omdat ze hem kenden.
'S Morgens stond hij op toen het nog donker was en verliet het huis, trok zich terug naar een verlaten plek en bad daar.
Maar Simone en degenen die bij hem waren volgden hem
en toen ze hem vonden, zeiden ze tegen hem: "Iedereen zoekt je!"
Hij zei tegen hen: 'Laten we ergens anders heen gaan naar de naburige dorpen, zodat ik daar ook zal prediken; om deze reden ben ik gekomen! ».
En hij ging door heel Galilea, predikte in hun synagogen en dreef demonen uit.