Evangelie van 16 juni 2018

Zaterdag van de XNUMXe week van de gewone tijd

Eerste boek der koningen 19,19-21.
In die dagen ontmoette Elia, afgedaald van de berg, Elisa, de zoon van Safat. Hij ploegde met twaalf paar ossen voor zich, terwijl hij zelf de tiende seconde leidde. Elia, die langskwam, gooide zijn mantel over hem heen.
Hij verliet de ossen, rende achter Elia aan en zei: "Ik ga mijn vader en moeder kussen en dan zal ik je volgen." Elia zei: "Ga en kom terug, want je weet wat ik met je heb gedaan."
Elisa ging bij hem vandaan en nam een ​​paar ossen en doodde ze; met ploeggereedschap kookte hij het vlees en gaf het aan de mensen om het op te eten. Toen stond hij op en volgde Elia en trad in dienst.

Salmi 16(15),1-2.5.7-8.9-10.
Bescherm mij, o God: ik zoek mijn toevlucht bij u.
Ik zei tegen God: "Je bent mijn Heer,
zonder jou heb ik niets goeds. '
De Heer is mijn deel van erfenis en mijn beker:
mijn leven ligt in jouw handen.

Ik zegen de Heer die mij advies heeft gegeven;
zelfs 's nachts leert mijn hart me.
Ik plaats de Heer altijd voor mij,
het is aan mijn rechterkant, ik kan niet aarzelen.

Mijn hart verheugt zich hierin, mijn ziel verheugt zich;
zelfs mijn lichaam rust veilig,
omdat je mijn leven in het graf niet zult verlaten,
evenmin laat u uw heilige corruptie zien.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Matteüs 5,33-37.
In die tijd zei Jezus tegen zijn discipelen: «Je begreep ook dat er tegen de ouden werd gezegd: Meineed niet, maar vervul je eden met de Heer;
maar ik zeg u: zweer helemaal niet: noch voor de hemel, want het is de troon van God;
noch voor de aarde, want het is de ontlasting voor zijn voeten; noch voor Jeruzalem, want het is de stad van de grote koning.
Vloek niet eens bij je hoofd, want je hebt niet de kracht om één haar wit of zwart te maken.
Laat je in plaats daarvan ja, ja spreken; Nee nee; het meeste komt van de boze ».