Evangelie van 22 oktober 2018

Brief van Paulus de apostel aan de Efeziërs 2,1-10.
Broeders, je was dood van je zonden en zonden,
waarin je ooit leefde op de manier van deze wereld, de prins van de krachten van de lucht volgend, die geest die nu werkt in rebellenmensen.
In het aantal van die rebellen leefden we bovendien allemaal tegelijk, met de verlangens van ons vlees, in navolging van de verlangens van het vlees en de slechte verlangens; en van nature waren we woede waardig, zoals de anderen.
Maar God, rijk aan genade, voor de grote liefde waarmee Hij ons liefhad,
van de doden die we voor zonden waren, bracht hij ons weer tot leven met Christus: in feite werd je door genade gered.
Met hem heeft hij ons ook opgewekt en ons in de hemel laten zitten, in Christus Jezus,
om in de komende eeuwen de buitengewone rijkdom van zijn genade te tonen door zijn goedheid jegens ons in Christus Jezus.
In feite wordt u door deze genade gered door geloof; en dit komt niet van u, maar is een geschenk van God;
het komt ook niet van werken, zodat niemand erover kan opscheppen.
Wij zijn in feite zijn werk, geschapen in Christus Jezus voor de goede werken die God voor ons heeft voorbereid om ze in praktijk te brengen.

Psalmen 100 (99), 2.3.4.5.
Loof de Heer, jullie allemaal op aarde,
dien de Heer in vreugde,
stel jezelf met opgetogenheid aan hem voor.

Erken dat de Heer God is;
hij heeft ons gemaakt en wij zijn van hem,
zijn volk en kudde van zijn weiland.

Ga door de deuren met lofzangen,
zijn atria met lofliederen,
prijs hem, zegen zijn naam.

Goed is de Heer,
eeuwig zijn genade,
zijn loyaliteit voor elke generatie.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 12,13-21.
Op dat moment zei een van de mensen tegen Jezus: 'Meester, vertel mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen.'
Maar hij zei: "O man, door wie ben ik over u gaan oordelen of bemiddelen?"
En hij zei tegen hen: "Pas op en blijf weg van alle hebzucht, want zelfs als er een overvloed is, hangt zijn leven niet af van zijn goederen."
Vervolgens zei een gelijkenis: 'De veldtocht van een rijke man had een goede oogst opgeleverd.
Hij redeneerde bij zichzelf: wat moet ik doen, omdat ik nergens mijn gewassen kan opslaan?
En hij zei: ik zal dit doen: ik zal mijn pakhuizen slopen en grotere bouwen en alle tarwe en mijn goederen verzamelen.
Dan zal ik tegen mezelf zeggen: Mijn ziel, je hebt vele goederen voor vele jaren beschikbaar; rust, eet, drink en geef jezelf vreugde.
Maar God zei tegen hem: Jij dwaas, vanavond zal je leven van je worden geëist. En wat heb je voorbereid, wie zal het zijn?
Zo is het ook met degenen die voor zichzelf schatten verzamelen en niet verrijken voor God ».