Evangelie van 26 januari 2019

Tweede brief van de apostel Paulus aan Timoteüs 1,1-8.
Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, om de belofte van leven in Christus Jezus bekend te maken,
aan de geliefde zoon Timoteüs: genade, barmhartigheid en vrede van God de Vader en Christus Jezus onze Heer.
Ik dank God, dat ik met een zuiver geweten dien zoals mijn voorouders, altijd gedenkend in mijn gebeden, dag en nacht;
je tranen komen bij me terug en ik voel het verlangen om je weer te zien vol vreugde.
Ik herinner me zelfs je oprechte geloof, geloof dat eerst in je grootmoeder Lòide was, toen in je moeder Eunìce en nu, ik weet zeker, ook in jou.
Om deze reden herinner ik je eraan om de gave van God die in je is, nieuw leven in te blazen door het opleggen van mijn handen.
In feite gaf God ons geen geest van verlegenheid, maar van kracht, liefde en wijsheid.
Schaam u dus niet voor het getuigenis dat aan onze Heer zal worden gegeven, noch aan mij, die voor hem in de gevangenis zitten; maar ook u lijdt samen met mij voor het evangelie, geholpen door de kracht van God.

Salmi 96(95),1-2a.2b-3.7-8a.10.
Zing een nieuw lied voor de Heer,
zing voor de Heer van de hele aarde.
Zing voor de Heer, zegen zijn naam.

Verkondig zijn redding van dag tot dag;
Vertel onder de volkeren uw glorie,
aan alle naties vertel uw wonderen.

Geef aan de Heer, o families van mensen,
geef de Heer heerlijkheid en kracht,
geef de Heer de glorie van zijn naam.

Zeg onder de volkeren: "De Heer regeert!".
Steun de wereld, zodat je niet hapert;
oordeel naties rechtvaardig.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 10,1-9.
In die tijd stelde de Heer tweeënzeventig andere discipelen aan en stuurde hen twee aan twee voor hem uit naar elke stad en plaats waar hij heen zou gaan.
Hij zei tegen hen: 'De oogst is er in overvloed, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de meester van de oogst om arbeiders te sturen voor zijn oogst.
Ga: zie, ik stuur u als lammeren onder wolven;
draag geen tas, zadeltas of sandalen en neem onderweg geen afscheid van iemand.
Welk huis u ook betreedt, zeg eerst: vrede zij met dit huis.
Als er een kind van vrede is, zal uw vrede over hem komen, anders zal hij naar u terugkeren.
Blijf in dat huis, eet en drink wat ze hebben, omdat de arbeider zijn beloning waard is. Ga niet van huis tot huis.
Wanneer je een stad binnenkomt en ze zullen je verwelkomen, eet dan wat je wordt voorgezet,
genees de zieken die daar zijn en zeg tot hen: Het koninkrijk van God is tot u gekomen ».