Evangelie van 27 augustus 2018

Maandag van de XXI week van de gewone vakantie

Tweede brief van Paulus de apostel aan de Tessalonicenzen 1,1-5.11b-12.
Paul, Silvano en Timòteo ​​aan de kerk van de Tessalonicenzen die in God onze Vader en in de Heer Jezus Christus is:
genade voor u en vrede van God de Vader en de Heer Jezus Christus.
We moeten God altijd voor jullie danken, broeders, en het is volkomen juist. Uw geloof groeit in feite weelderig en uw wederzijdse liefdadigheid is overvloedig;
zodat we in de kerken van God op u kunnen roemen, voor uw standvastigheid en voor uw geloof in alle vervolgingen en beproevingen die u doormaakt.
Dit is een teken van Gods rechtvaardig oordeel, dat u het koninkrijk van God waardig zal verklaren, waarvoor u nu lijdt.
Ook om deze reden bidden wij voortdurend voor u, zodat onze God u zijn roeping waardig kan maken en met zijn kracht al uw goede wil en het werk van uw geloof tot vervulling zal brengen;
zodat de naam van onze Heer Jezus in u en u in hem verheerlijkt kan worden, volgens de genade van onze God en van de Heer Jezus Christus.

Salmi 96(95),1-2a.2b-3.4-5.
Zing een nieuw lied voor de Heer,
zing voor de Heer van de hele aarde.
Zing voor de Heer, zegen zijn naam.

Verkondig zijn redding van dag tot dag;
Vertel onder de volkeren uw glorie,
aan alle naties vertel uw wonderen.

Groot is de Heer en alle lof waardig,
verschrikkelijk boven alle goden.
Alle goden van de naties zijn niets,
maar de Heer heeft de hemel gemaakt.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Matteüs 23,13-22.
In die tijd zei Jezus: 'Wee u, hypocriete schriftgeleerden en Farizeeën, die het koninkrijk van de hemel voor de mensen sluiten; waarom ga je niet naar binnen,
en laat degenen die daar naar binnen willen niet eens binnen.
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, die de zee en de aarde afreizen om één proseliet te maken en hem te verkrijgen, hem tweemaal de zoon van Gehenna te maken.
Wee u, blinde gidsen, die zeggen: Als u bij de tempel zweert, is het niet geldig, maar als u bij het goud van de tempel zweert, bent u verplicht.
Dwaas en blind: wat is er groter, het goud of de tempel die goud heilig maakt?
En zeg nogmaals: als je bij het altaar zweert, is het niet geldig, maar als je zweert bij het aanbod dat erop staat, blijf je verplicht.
Blind! Wat is er groter, het offer of het altaar dat het offer heilig maakt?
Wie zweert bij het altaar, zweert bij het altaar en bij wat erop staat;
en wie zweert bij de tempel, zweert bij de tempel en bij Hij die daarin woont.
En wie bij de hemel zweert, zweert bij de troon van God en bij Hem die daar zit. '