Evangelie van 3 december 2018

Boek van Jesaja 2,1-5.
Visioen van Jesaja, zoon van Amoz, zag in verband met Juda en Jeruzalem.
Aan het einde van de dagen zal de berg van de tempel van de Heer op de top van de bergen worden opgericht en hoger zijn dan de heuvels; alle volken zullen er naartoe stromen.
Veel volken zullen komen en zeggen: "Kom, laten we naar de berg van de Heer gaan, naar de tempel van de God van Jakob, zodat hij ons zijn wegen kan laten zien en wij zijn paden kunnen bewandelen". Want de wet zal uit Sion uitgaan en het woord des Heren uit Jeruzalem.
Hij zal rechter zijn onder de volkeren en zal scheidsrechter zijn onder vele volken. Ze zullen hun zwaarden tot ploegscharen smeden, hun speren tot zeisen; een volk zal niet langer het zwaard opheffen tegen een ander volk, ze zullen niet langer de kunst van het oorlog voeren.
Huis van Jacob, kom, laten we wandelen in het licht van de Heer.

Salmi 122(121),1-2.3-4ab.8-9.
Wat een vreugde toen ze tegen me zeiden:
'We gaan naar het huis van de Heer.'
En nu stoppen onze voeten
aan uw poorten, Jeruzalem!

Jeruzalem is gebouwd
als een stevige en compacte stad.
Daar gaan de stammen samen op,
de stammen van de Heer.

Ze staan ​​op, volgens de wet van Israël,
om de naam van de Heer te prijzen.
Voor mijn broers en mijn vrienden
Ik zal zeggen: "Vrede zij met je!".

Voor het huis van de Heer, onze God,
Ik zal het goede voor je vragen.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Matteüs 8,5-11.
In die tijd, toen Jezus Kapernaüm binnenkwam, ontmoette een hoofdman hem die hem smeekte:
'Heer, mijn dienaar ligt verlamd in huis en lijdt vreselijk.'
Jezus antwoordde: 'Ik zal komen en hem genezen.'
Maar de hoofdman vervolgde: 'Heer, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt, zeg gewoon een woord en mijn dienstknecht zal genezen worden.
Omdat ook ik, die ondergeschikt ben, soldaten onder mij heb en ik tegen iemand zeg: doe dit, en hij doet het ».
Toen Jezus dit hoorde, werd hij bewonderd en zei hij tegen degenen die hem volgden: «Voorwaar, ik zeg u, ik heb bij niemand in Israël zo'n groot geloof gevonden.
Nu zeg ik u dat velen uit het oosten en het westen zullen komen en aan tafel zullen zitten met Abraham, Isaak en Jacob in het koninkrijk der hemelen ».