Evangelie van 3 oktober 2018

Boek van Job 9,1-12.14-16.
Job antwoordde zijn vrienden door te zeggen:
Ik weet echt dat het zo is: en hoe kan een mens rechtvaardig zijn voor God?
Als iemand met hem wilde discussiëren, zou hij hem niet één keer op de duizend antwoorden.
Wijs van geest, machtig in kracht, wie stond hem tegen en bleef veilig?
Hij verzet bergen en ze weten het niet, hij werpt ze in zijn toorn omver.
Het schudt de aarde van zijn plaats en zijn pilaren trillen.
Hij beveelt de zon en deze komt niet op en plaatst zijn zegel op de sterren.
Hij alleen strekt de hemel uit en loopt op de golven van de zee.
Creëer Ursa en Orion, de Pleiaden en de penetrals van de zuidelijke hemel.
Hij doet dingen die zo geweldig zijn dat ze niet kunnen worden onderzocht, wonderen die niet kunnen worden geteld.
Hier passeert hij me en ik zie hem niet, hij gaat weg en ik merk hem niet op.
Als hij iets ontvoert, wie kan hem dan tegenhouden? Wie kan tegen hem zeggen: “Wat ben je aan het doen?”.
Nog minder kon ik hem antwoorden, woorden vinden om tegen hem te zeggen!
Zelfs als ik gelijk had, zou ik niet antwoorden, ik zou mijn rechter om genade moeten vragen.
Als ik hem aanriep en mij antwoordde, zou ik niet geloven dat hij naar mijn stem luisterde.

Salmi 88(87),10bc-11.12-13.14-15.
De hele dag roep ik U, Heer,
naar jou reik ik mijn handen uit.
Verricht jij wonderen voor de doden?
Of komen er schaduwen op om je te prijzen?

Misschien wordt uw goedheid gevierd in het graf,
uw trouw in de hel?
Misschien zijn je wonderen bekend in de duisternis,
uw gerechtigheid in het land der vergetelheid?

Maar ik roep tot U, Heer, om hulp,
en 's morgens komt mijn gebed tot u.
Waarom, Heer, wijst u mij af,
waarom verberg je je gezicht voor mij?

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 9,57-62.
Op dat moment, toen ze onderweg waren, zei een man tegen Jezus: "Ik zal je volgen waar je ook gaat."
Jezus antwoordde hem: "Vossen hebben holen en vogels in de lucht hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens neerleggen."
Tegen een ander zei hij: "Volg mij." En hij antwoordde: "Heer, sta me toe om eerst mijn vader te gaan begraven."
Jezus antwoordde: “Laat de doden hun doden begraven; ga heen en verkondig het koninkrijk van God."
Een ander zei: «Ik zal u volgen, Heer, maar laat me eerst afscheid nemen van de huisgenoten».
Maar Jezus antwoordde hem: "Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en dan achterom kijkt, is geschikt voor het koninkrijk van God."