Evangelie van 30 september 2018

Numeri 11,25-29.
In die dagen daalde de Heer neer in de wolk en sprak tot Mozes: hij nam de geest die op hem was en doordrong die op de zeventig oudsten: toen de geest op hen rustte, profeteerden ze, maar ze deden het daarna niet meer.
Ondertussen bleven twee mannen, een genaamd Eldad en de andere Medad, in het kamp en de geest rustte op hen; zij behoorden tot de leden, maar waren niet naar buiten gegaan om naar de tent te gaan; profeteerden ze in het kamp.
Een jonge man rende naar Mozes en vertelde het aan Mozes en zei: "Eldad en Medad zijn aan het profeteren in het kamp."
Toen zei Jozua, de zoon van Nun, die Mozes vanaf zijn jeugd diende: "Mozes, mijn heer, houd ze tegen!"
Maar Mozes antwoordde hem: “Ben je jaloers op mij? Als ze allemaal profeten waren onder het volk van de Heer en als de Heer hun zijn geest zou geven!"

Psalmen 19 (18), 8.10.12-13.14.
De wet van de Heer is perfect,
verfrist de ziel;
het getuigenis van de Heer is waar,
het maakt de simpele wijs.

De angst voor de Heer is puur, het duurt altijd;
de oordelen van de Heer zijn allemaal getrouw en rechtvaardig
kostbaarder dan goud.
Uw dienaar wordt er ook in onderwezen,

voor degenen die ze naleven is de winst groot.
Wie herkent de onoplettendheid?
Verlos me van de fouten die ik niet zie.
Red zelfs uw dienaar van trots
omdat hij geen macht over mij heeft;
dan zal ik onschuldig zijn,

Ik zal zuiver zijn van de grote zonde.

Brief van St. James 5,1-6.
Nu aan u rijke mensen: huil en schreeuw om de rampen die u overkomen!
Je rijkdom is verrot,
je kleren zijn aangevreten door motten; uw goud en uw zilver zijn verteerd door roest, hun roest zal tegen u getuigen en uw vlees verteren als vuur. Je hebt de afgelopen dagen schatten verzameld!
Zie, het loon dat u hebt opgelicht van de arbeiders die uw land hebben geoogst, schreeuwt het uit; en de kreten van de maaiers zijn tot de oren van de Heer der heerscharen gekomen.
Je hebt genoten van de aarde en genoeg plezier gehad, je bent dik geworden voor de dag van de slachting.
U hebt de rechtvaardige veroordeeld en gedood en hij kan het niet weerstaan.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 9,38-43.45.47-48.
In die tijd zei Johannes tegen Jezus: "Meester, we hebben iemand gezien die demonen in uw naam uitdreef en we verboden hem omdat hij niet een van ons was."
Maar Jezus zei: «Verbied hem niet, want er is niemand die in mijn naam een ​​wonder doet en onmiddellijk daarna kwaad over mij kan spreken.
Wie niet tegen ons is, is voor ons.
Wie je in mijn naam een ​​glas water te drinken geeft omdat je bij Christus hoort, ik zeg je de waarheid, hij zal zijn beloning niet verliezen.
Wie een van deze kleintjes beledigt die gelooft, het is beter voor hem om een ​​ezelmolen op zijn nek te leggen en in zee te gooien.
Als je hand je beledigt, snijd hem dan: het is beter voor je om het eenarmige leven binnen te gaan, dan met twee handen Gehenna binnen te gaan, in het onuitblusbare vuur.
Als je voet je beledigt, hak hem dan af: het is beter voor je om een ​​kreupel leven binnen te gaan dan met twee voeten in Gehenna te worden geworpen.
Als uw oog u doet struikelen, ruk het uit: het is beter voor u met één oog het koninkrijk van God binnen te gaan dan met twee ogen in Gehenna te worden geworpen, waar hun worm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust."