Evangelie van 31 december 2018

Eerste brief van Johannes de apostel 2,18-21.
Kinderen, dit is het laatste uur. Zoals je hebt gehoord dat de antichrist zal komen, zijn er nu in feite veel antichristen verschenen. Hieruit weten we dat het het laatste uur is.
Ze gingen onder ons vandaan, maar ze waren niet van ons; als ze van ons waren geweest, zouden ze bij ons zijn gebleven; maar het moest duidelijk worden gemaakt dat ze niet allemaal van ons zijn.
Nu heb je de zalving ontvangen van de heilige en hebben jullie allemaal de kennis.
Ik heb je niet geschreven omdat je de waarheid niet kent, maar omdat je het weet en omdat er geen leugen uit de waarheid komt.

Salmi 96(95),1-2.11-12.13.
Zing een nieuw lied voor de Heer,
zing voor de Heer van de hele aarde.
Zing voor de Heer, zegen zijn naam,
verkondig zijn redding van dag tot dag.

Laat de hemel zich verheugen, de aarde verheugt zich,
de zee en wat het omsluit, beven;
verheug je over de velden en wat ze bevatten,
laat de bomen van het bos zich verheugen.

Verheug u voor de Heer die komt,
omdat hij komt om de aarde te oordelen.
Hij zal de wereld rechtvaardig beoordelen
en naar waarheid alle volkeren.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 1,1-18.
In den beginne was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.
Hij was in het begin bij God:
alles werd door hem gedaan en zonder hem werd niets gemaakt van alles wat bestaat.
In hem was leven en leven was het licht van mensen;
het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis verwelkomde het niet.
Een door God gezonden man kwam en zijn naam was John.
Hij kwam als getuige om te getuigen van het licht, zodat iedereen door hem zou geloven.
Hij was niet het licht, maar zou van het licht getuigen.
Het ware licht dat elke man verlicht, kwam in de wereld.
Hij was in de wereld en de wereld werd door hem gemaakt, maar de wereld herkende hem niet.
Hij kwam onder zijn volk, maar zijn volk verwelkomde hem niet.
Maar aan degenen die hem verwelkomden, gaf hij de macht om kinderen van God te worden: aan degenen die in zijn naam geloven,
die niet van bloed waren, noch van de wil van het vlees, noch van de wil van de mens, maar van God werden ze voortgebracht.
En het Woord werd vlees en kwam onder ons wonen; en we zagen zijn heerlijkheid, heerlijkheid zoals alleen verwekt door de Vader, vol genade en waarheid.
Johannes getuigt tegen hem en roept uit: 'Hier is de man van wie ik zei: hij die na mij komt, is mij voorbijgegaan, want hij was voor mij.'
Van zijn volheid hebben we allemaal ontvangen en genade op genade.
Omdat de wet door Mozes werd gegeven, kwamen genade en waarheid door Jezus Christus.
Niemand heeft ooit God gezien: alleen de eniggeboren Zoon, die in de schoot van de Vader is, openbaarde hij het.