Evangelie van 4 december 2018

Boek van Jesaja 11,1-10.
Op die dag zal er een spruit uit de stam van Jesse komen, een scheut zal uit zijn wortels ontspruiten.
Op hem rust de geest van de Heer, de geest van wijsheid en intelligentie, de geest van raad en standvastigheid, de geest van kennis en vrees voor de Heer.
Hij zal blij zijn met de vrees van de Heer. Hij oordeelt niet naar uiterlijkheden en neemt geen beslissingen door horen zeggen;
maar hij zal de ellendigen met gerechtigheid oordelen en eerlijke beslissingen nemen voor de onderdrukten van het land. Zijn woord zal een staaf zijn die de gewelddadige zal raken; met het blazen van zijn lippen zal hij de goddelozen doden.
Riem van zijn lendenen zal gerechtigheid zijn, riem van zijn heupen loyaliteit.
De wolf zal samen met het lam wonen, de panter zal naast het kind gaan liggen; het kalf en de jonge leeuw zullen samen grazen en een jongen zal hen begeleiden.
De koe en de beer zullen samen grazen; hun baby's zullen samen gaan liggen. De leeuw zal zich voeden met stro, net als de os.
De baby zal zich vermaken op het asfaltgat; het kind zal zijn hand in het hol van giftige slangen steken.
Ze zullen niet langer onrechtvaardig handelen en ze zullen niet overal op mijn heilige berg plunderen, omdat de wijsheid van de Heer het land zal vullen zoals de wateren de zee bedekken.
Op die dag zal de wortel van Isaï voor de mensen opstijgen, de mensen zullen er angstig naar zoeken, het huis zal glorieus zijn.

Salmi 72(71),2.7-8.12-13.17.
God geef uw oordeel aan de koning,
uw gerechtigheid voor de zoon van de koning;
Herstel uw volk met gerechtigheid
en uw armen met gerechtigheid.

In zijn dagen zal gerechtigheid bloeien en vrede in overvloed zijn,
totdat de maan uitgaat.
En zal domineren van zee tot zee,
van de rivier tot aan de uiteinden van de aarde.

Hij zal de schreeuwende arme man bevrijden
en de stakker die geen hulp vindt,
hij zal medelijden hebben met de zwakken en de armen
en zal het leven van zijn ellendige redden.

Zijn naam blijft voor altijd,
voor de zon blijft zijn naam bestaan.
In hem zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden
en alle volkeren zullen het gezegend zeggen.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 10,21-24.
In die tijd jubelde Jezus in de Heilige Geest en zei: «Ik prijs u, Vader, Heer van hemel en aarde, dat u deze dingen voor de geleerden en de wijzen hebt verborgen en ze aan de kleintjes hebt geopenbaard. Ja, vader, omdat je het zo leuk vond.
Alles is mij toevertrouwd door mijn Vader en niemand weet wie de Zoon is, zo niet de Vader, noch wie de Vader is, zo niet de Zoon en degene aan wie de Zoon hem wil openbaren ».
En zich afkerend van de discipelen, zei hij: «Gelukkig zijn de ogen die zien wat je ziet.
Ik zeg u dat veel profeten en koningen graag wilden zien wat u ziet, maar het niet zagen en horen wat u hoort, maar het niet hoorden. "