Evangelie van 5 januari 2019

Eerste brief van Johannes de apostel 3,11-21.
Beste vrienden, dit is de boodschap die je vanaf het begin hebt gehoord: dat we van elkaar houden.
Niet zoals Kaïn, die van de boze was en zijn broer vermoordde. En waarom heeft hij hem vermoord? Omdat zijn werken slecht waren, terwijl die van zijn broer rechtvaardig waren.
Wees niet verbaasd, broeders, als de wereld u haat.
We weten dat we van de dood in het leven zijn overgegaan, omdat we onze broeders liefhebben. Wie niet liefheeft, blijft in de dood.
Iedereen die zijn broer haat, is een moordenaar, en u weet dat geen enkele moordenaar het eeuwige leven in zichzelf bezit.
Hieruit leerden we de liefde kennen: Hij gaf zijn leven voor ons; daarom moeten ook wij ons leven geven voor onze broeders.
Maar als iemand rijkdom van deze wereld heeft en het zien van zijn broeder in nood zijn hart voor hem sluit, hoe blijft Gods liefde dan in hem?
Kinderen, we hebben niet lief met woorden of met de tong, maar met daden en in waarheid.
Hieruit zullen we weten dat we uit de waarheid zijn geboren en voor hem zullen we ons hart geruststellen
wat het ons ook verwijt. God is groter dan ons hart en weet alles.
Geliefden, als ons hart ons niet verwijt, hebben we geloof in God.

Psalmen 100 (99), 2.3.4.5.
Loof de Heer, jullie allemaal op aarde,
dien de Heer in vreugde,
stel jezelf met opgetogenheid aan hem voor.

Erken dat de Heer God is;
hij heeft ons gemaakt en wij zijn van hem,
zijn volk en kudde van zijn weiland.

Ga door de deuren met lofzangen,
zijn atria met lofliederen,
prijs hem, zegen zijn naam.

Goed is de Heer,
eeuwig zijn genade,
zijn loyaliteit voor elke generatie.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 1,43-51.
Op dat moment had Jezus besloten naar Galilea te vertrekken; hij ontmoette Philip en zei tegen hem: "Volg mij."
Philip kwam uit Betsaïda, de stad van Andreas en Peter.
Filippus ontmoette Nathanaël en zei tegen hem: 'We hebben degene gevonden over wie Mozes in de wet en de profeten heeft geschreven, Jezus, de zoon van Jozef van Nazareth.'
Nathanael riep uit: 'Kan er iets goeds uit Nazareth komen?' Philip antwoordde: 'Kom kijken.'
Ondertussen zei Jezus, toen hij Nathanaël zag komen om hem te ontmoeten, over hem: "Er is werkelijk een Israëliet in wie geen onwaarheid is."
Natanaèle vroeg hem: 'Hoe ken je mij?' Jezus antwoordde: 'Voordat Filippus je riep, zag ik je toen je onder de vijgenboom was.'
Nathanael antwoordde: "Rabbi, je bent de Zoon van God, je bent de koning van Israël!"
Jezus antwoordde: 'Waarom zei ik je dat ik je onder de vijgenboom had gezien, denk je? Je zult grotere dingen zien dan deze! ».
Vervolgens zei hij tegen hem: 'Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, u zult de open hemel en de engelen van God zien opgaan en neerdalen op de Zoon des mensen.'