Evangelie van 9 september 2018

Boek van Jesaja 35,4-7a.
Vertel de verloren harten: "Moed! Wees niet bang; hier is je God, wraak komt, de goddelijke beloning. Hij komt je redden. '
Dan worden de ogen van de blinden geopend en gaan de oren van de doven open.
Dan zal de lamme springen als een hert, de tong van de stilte zal van vreugde schreeuwen, omdat water in de woestijn zal stromen, stromen in de steppe.
De verschroeide aarde wordt een moeras, de uitgedroogde grond verandert in waterbronnen. De plaatsen waar jakhalzen liggen, worden riet en biezen.

Salmi 146(145),7.8-9a.9bc-10.
De Heer is voor altijd trouw,
doet de onderdrukten recht,
geeft brood aan de hongerigen.

De Heer bevrijdt gevangenen.
De Heer herstelt het zicht voor blinden,
de Heer wekt degenen op die gevallen zijn,
de Heer heeft de rechtvaardigen lief,

de Heer beschermt de vreemdeling.
Hij steunt de wees en de weduwe,
maar het verstoort de wegen van de goddelozen.
De Heer regeert voor altijd,

uw God, of Zion, voor elke generatie.

Brief van St. James 2,1-5.
Broeders, vermeng je geloof in onze Heer Jezus Christus, Heer der heerlijkheid, niet met persoonlijke voorkeur.
Stel dat iemand met een gouden ring aan zijn vinger, mooi gekleed, uw vergadering binnenkomt en een arme man met een versleten pak ook binnenkomt.
Als je kijkt naar degene die mooi gekleed is en tegen hem zegt: "Je zit hier comfortabel", en tegen de armen zeg je: "Je staat daar", of: "Zit hier aan de voet van mijn kruk",
maak je geen voorkeuren in jezelf en ben je geen rechters van perverse oordelen?
Luister, mijn beste broeders: heeft God niet de armen in de wereld gekozen om hen rijk te maken met het geloof en de erfgenamen van het koninkrijk dat hij beloofde aan degenen die van hem houden?

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 7,31-37.
Toen hij terugkeerde uit de regio Tyrus, trok hij door Sidon, richting de zee van Galilea in het hart van de Decàpoli.
En ze brachten hem doofstom en smeekten hem om zijn hand op hem te leggen.
En hij nam hem weg van de menigte, stak zijn vingers in zijn oren en raakte zijn tong aan met speeksel;
hij keek toen naar de lucht, zuchtte en zei: "Effatà", dat wil zeggen: "Doe open!".
En onmiddellijk gingen zijn oren open, werd de knoop van zijn tong losgemaakt en sprak hij correct.
En hij gebood hun het aan niemand te vertellen. Maar hoe meer hij het aanbeveelde, hoe meer ze erover spraken
en vol verbazing zeiden ze: «Hij heeft alles goed gedaan; het laat de doven horen en de domme spreken! "