Evangelie van 8 januari 2019

Eerste brief van Johannes de apostel 4,7-10.
Beste vrienden, laten we elkaar liefhebben, want liefde komt van God: wie liefheeft wordt door God voortgebracht en kent God.
Wie niet liefheeft, heeft God niet gekend, omdat God liefde is.
Hierin kwam Gods liefde voor ons tot uiting: God stuurde zijn eniggeboren Zoon de wereld in, zodat we leven voor hem zouden hebben.
Hierin ligt liefde: wij waren het niet die God liefhadden, maar hij was het die ons liefhad en zijn Zoon zond als slachtoffer van boetedoening voor onze zonden.

Salmi 72(71),2.3-4ab.7-8.
God geef uw oordeel aan de koning,
uw gerechtigheid voor de zoon van de koning;
Herstel uw volk met gerechtigheid
en uw armen met gerechtigheid.

De bergen brengen vrede bij de mensen
en de heuvels rechtvaardigheid.
Aan de ellendige van zijn volk zal hij recht doen,
zal de kinderen van de armen redden.

In zijn dagen zal gerechtigheid bloeien en vrede in overvloed zijn,
totdat de maan uitgaat.
En zal domineren van zee tot zee,
van de rivier tot aan de uiteinden van de aarde.

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 6,34-44.
In die tijd zag Jezus veel mensen en werd door hen bewogen, omdat ze waren als schapen zonder herder, en hij begon hun veel dingen te leren.
De discipelen, die laat waren opgegroeid, benaderden hem en zeiden: «Deze plaats is eenzaam en het is nu laat;
laat ze daarom achter, zodat ze, als ze naar het nabijgelegen platteland en de dorpen gaan, voedsel kunnen kopen ».
Maar hij antwoordde: 'Je voert ze zelf.' Ze zeiden tegen hem: 'Zullen we tweehonderd denarii brood kopen en ze voeren?'
Maar hij zei tegen hen: 'Hoeveel broden heb je? Ga en zie ". En nadat ze hadden vastgesteld, meldden ze: 'Vijf broden en twee vissen.'
Vervolgens beval hij hen om allemaal in groepen op het groene gras te zitten.
En ze zaten allemaal in groepen en groepen van honderdvijftig.
Hij nam de vijf broden en de twee vissen, sloeg zijn ogen op naar de hemel, sprak de zegen uit, brak de broden en gaf ze aan de discipelen om ze te verdelen; en verdeelde de twee vissen onder alle.
Iedereen at en at,
en ze namen twaalf manden vol met stukjes brood en zelfs vis mee.
Vijfduizend mannen hadden de broden gegeten.