Het Evangelie van vandaag 13 september 2020 met de woorden van paus Franciscus

LEZING VAN DE DAG
Eerste lezing

Uit het boek Sirach
Heer 27, 33 – 28, 9 (NV) [gr. 27, 30 – 28, 7]

Wrok en woede zijn verschrikkelijke dingen,
en de zondaar brengt ze binnen.

Wie wraak neemt, zal de wraak van de Heer ondergaan,
die altijd zijn zonden in gedachten houdt.
Vergeef de overtreding aan je naaste
en door uw gebed zullen uw zonden worden vergeven.
Een man die boos blijft op een andere man,
hoe kan hij de Heer om genezing vragen?
Hij die geen medelijden heeft met zijn medemens,
hoe kan hij smeken om zijn eigen zonden?
Als hij, die alleen vlees is, wrok koestert,
hoe kan hij Gods vergeving verkrijgen?
Wie zal boeten voor zijn zonden?
Denk aan het einde en stop met haten,
van ontbinding en dood en trouw blijven
naar de geboden.
Onthoud de voorschriften en haat je naaste niet,
het verbond van de Allerhoogste en vergeet de fouten van anderen.

Tweede lezing

Van de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen
Rom 14,7: 9-XNUMX

Broeders, niemand van ons leeft voor zichzelf en niemand sterft voor zichzelf, want als we leven, leven we voor de Heer, als we sterven, sterven we voor de Heer. Of we nu leven of sterven, we zijn van de Heer.
Inderdaad, om deze reden stierf Christus en kwam weer tot leven: om Heer te zijn van de doden en de levenden.

EVANGELIE VAN DE DAG
Uit het evangelie volgens Matthew
Mt 18,21-35

Op dat moment kwam Petrus naar Jezus toe en zei tegen hem: "Heer, als mijn broer een misdaad tegen mij begaat, hoe vaak moet ik hem dan vergeven? Tot zeven keer?” En Jezus antwoordde hem: «Ik zeg het je niet tot zeven keer toe, maar tot zeventig keer zeven keer.
Om deze reden is het koninkrijk der hemelen als een koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren.
Toen hij de rekeningen begon te vereffenen, werd er een man bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. Omdat hij niet in staat was om terug te betalen, beval de meester dat hij en zijn vrouw, kinderen en alles wat hij bezat, moesten worden verkocht en zo de schuld moesten afbetalen. Toen smeekte de bediende, uitgestrekt op de grond, hem en zei: "Heb geduld met mij en ik zal je alles teruggeven". De meester had medelijden met die knecht, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt.
Zodra hij naar buiten ging, vond die bediende een van zijn metgezellen, die hem honderd denarii schuldig was. Hij greep hem bij de nek en wurgde hem en zei: "Geef terug wat je schuldig bent!". Zijn metgezel, uitgestrekt op de grond, smeekte hem en zei: "Heb geduld met mij en ik zal je teruggeven". Maar hij wilde niet, ging en liet hem in de gevangenis gooien, totdat hij de schuld had betaald.
Toen ze zagen wat er was gebeurd, waren zijn metgezellen erg ontevreden en gingen ze hun meester vertellen wat er was gebeurd. Toen riep de meester de man bij zich en zei tegen hem: “Slechte dienaar, ik heb je al die schuld kwijtgescholden omdat je me erom smeekte. Had jij ook geen medelijden moeten hebben met je metgezel, net zoals ik medelijden met jou heb gehad?”. Verontwaardigd gaf de meester hem in de handen van de kwelgeesten, totdat hij alle schulden had terugbetaald. Zo zal ook mijn hemelse Vader met jou doen als je niet vanuit het hart vergeeft, ieder aan zijn eigen broer ».

WOORDEN VAN DE HEILIGE VADER
Sinds ons Doopsel heeft God ons vergeven, ons een onoplosbare schuld kwijtgescholden: de erfzonde. Maar, dat is de eerste keer. Vervolgens vergeeft Hij ons met grenzeloze genade al onze fouten zodra we ook maar een klein teken van berouw tonen. God is zo: genadig. Als we in de verleiding komen om ons hart te sluiten voor degenen die ons beledigd hebben en ons onze excuses aanbieden, laten we dan denken aan de woorden van de hemelse Vader tot de meedogenloze dienaar: "Ik heb je al die schuld kwijtgescholden omdat je me erom smeekte. Had jij ook geen medelijden moeten hebben met je metgezel, net zoals ik medelijden met jou heb gehad? (vs. 32-33). Iedereen die de vreugde, vrede en innerlijke vrijheid heeft ervaren die voortkomt uit vergeving, kan zichzelf openstellen voor de mogelijkheid om zichzelf te vergeven. (Angelus, 17 september 2017