Het Evangelie van vandaag 25 december 2020 met de woorden van paus Franciscus

LEZING VAN DE DAG
Eerste lezing

Uit het boek van de profeet Isaìa
Is 52,7-10

Wat zijn ze mooi in de bergen
de voeten van de boodschapper die vrede aankondigt,
van de boodschapper van goed nieuws die redding aankondigt,
die tegen Sion zegt: "Uw God regeert."

Een stem! Uw wachters verheffen hun stem,
samen verheugen ze zich,
want ze zien met hun ogen
de terugkeer van de Heer naar Sion.

Breek samen uit in liedjes van vreugde,
ruïnes van Jeruzalem,
want de Heer heeft zijn volk getroost,
hij verloste Jeruzalem.

De Heer heeft zijn heilige arm uitgestrekt
voor alle naties;
alle uiteinden van de aarde zullen het zien
de redding van onze God.

Tweede lezing

Van de brief aan de Hebreeën
Heb 1,1: 6-XNUMX

God, die in de oudheid vele malen en op verschillende manieren tot de vaderen had gesproken via de profeten, heeft de laatste tijd, in deze dagen, tot ons gesproken door de Zoon, die erfgenaam is geworden van alle dingen en door wie hij zelfs de wereld.

Hij is de uitstraling van zijn glorie en de afdruk van zijn substantie, en hij ondersteunt alles met zijn krachtige woord. Nadat hij de zuivering van zonden had volbracht, ging hij zitten aan de rechterhand van de majesteit in de hoogten van de hemel, die net zo superieur werd aan de engelen als de naam die hij erfde beter is dan die van hen.

Tegen wie van de engelen zei God eigenlijk ooit: "Je bent mijn zoon, vandaag heb ik je verwekt"? en nogmaals: "Ik zal een vader voor hem zijn en hij zal een zoon voor mij zijn"? Maar als hij de eerstgeborene in de wereld introduceert, zegt hij: "Mogen alle engelen van God hem aanbidden."

EVANGELIE VAN DE DAG
Uit het evangelie volgens Johannes
Jn 1,1-18

In het begin was het Woord,
en het Woord was bij God
en het Woord was God.

Hij was in het begin bij God:
alles werd door hem gedaan
en zonder hem is er niets gemaakt van wat bestaat.

In hem was leven
en het leven was het licht van mensen;
het licht schijnt in de duisternis
en de duisternis heeft het niet overwonnen.

Een man kwam van God gezonden:
zijn naam was Giovanni.
Hij kwam als getuige
getuigen van het licht,
zodat iedereen door hem zou geloven.
Hij was niet het licht,
maar hij moest getuigenis afleggen van het licht.

Echt licht kwam in de wereld,
degene die elke man verlicht.
Het was in de wereld
en de wereld is door hem gemaakt;
toch herkende de wereld hem niet.
Hij kwam onder de zijnen,
en de zijnen accepteerden hem niet.

Maar voor degenen die hem verwelkomden
gaf macht om kinderen van God te worden:
voor degenen die in zijn naam geloven,
die niet van bloed
noch door de wil van vlees
noch door de wil van de mens,
maar uit God zijn ze voortgekomen.

En het Woord werd vlees
en kwam onder ons wonen;
en we zagen zijn glorie,
heerlijkheid als van de eniggeboren Zoon
die van de Vader komt,
vol genade en waarheid.

Johannes getuigt tot hem en verkondigt:
"Van hem zei ik:
Degene die na mij komt
is voor mij,
omdat het vóór mij was ».

Van zijn volheid
we hebben allemaal ontvangen:
genade op genade.
Omdat de wet door Mozes werd gegeven,
genade en waarheid kwamen door Jezus Christus.

God, niemand heeft hem ooit gezien:
de eniggeboren Zoon, die God is
en is in de schoot van de Vader,
hij is het die het heeft onthuld.

WOORDEN VAN DE HEILIGE VADER
De herders van Bethlehem vertellen ons hoe we de Heer kunnen ontmoeten. Ze kijken 's nachts: ze slapen niet. Ze blijven alert, wakker in het donker; en God 'bedekte hen met licht' (Lc. 2,9: 2,15). Het geldt ook voor ons. "Laten we daarom naar Bethlehem gaan" (Luc. 21,17:24): zo zeiden en deden de herders. Ook wij, Heer, willen naar Bethlehem komen. De weg gaat, zelfs vandaag de dag, bergopwaarts: de top van egoïsme moet worden overwonnen, we mogen niet wegglijden in de ravijnen van wereldsgezindheid en consumentisme. Ik wil naar Bethlehem, Heer, want daar wacht u op mij. En te beseffen dat U, in een kribbe geplaatst, het brood van mijn leven bent. Ik heb de tedere geur van uw liefde nodig om op haar beurt gebroken brood voor de wereld te zijn. Heer, neem mij op uw schouders, goede Herder: door u geliefd, ook ik zal in staat zijn mijn broeders lief te hebben en bij de hand te nemen. Dan is het Kerstmis, als ik tegen u kan zeggen: "Heer, u weet alles, u weet dat ik van u houd" (vgl. Joh 2018). (Heilige Mis van de nacht op het Hoogfeest van de geboorte van de Heer, XNUMX december XNUMX