Het evangelie van vandaag met commentaar: 18 februari 2020

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 8,14-21.
In die tijd waren de discipelen vergeten broden mee te nemen en hadden ze maar één brood mee op de boot.
Vervolgens vermaande hij hen te zeggen: "Wees voorzichtig, pas op voor het zuurdeeg van de Farizeeën en het zuurdeeg van Herodes!"
En ze zeiden onder elkaar: "We hebben geen brood."
Maar Jezus realiseerde zich dit en zei tegen hen: «Waarom argumenteer je dat je geen brood hebt? Bedoel je niet en begrijp je het nog steeds niet? Heeft u een verhard hart?
Heeft u ogen en ziet u niet, heeft u oren en hoort u niet? En je weet het niet meer
hoeveel manden vol met stukjes heb je meegenomen toen ik de vijf broden met vijfduizend brak? ». Ze zeiden tegen hem: 'Twaalf.'
'En toen ik de zeven broden bij de vierduizend brak, hoeveel zakken met stukjes heb je dan weggehaald?' Ze zeiden tegen hem: 'Zeven.'
En hij zei tegen hen: "Begrijp je het nog niet?"
Liturgische vertaling van de Bijbel

Sint Gertrude van Helfta (1256-1301)
verbonden non

Oefeningen, nr. 5; SC 127
'Snap je het niet? Begrijp je het nog niet? "
"O God, u bent mijn God, vanaf de dageraad zoek ik U" (Ps 63 Vulg). (…) Oh meest serene licht van mijn ziel, heldere ochtend, het wordt dageraad in mij; het schijnt zo helder op mij dat "in jouw licht wij het licht zien" (Ps 36,10). Door jou wordt mijn nacht dag. Oh mijn geliefde ochtend, geef mij ter wille van uw liefde niets en ijdelheid alles wat u niet bent. Bezoek mij van de vroege ochtend, om mezelf snel helemaal in jou te transformeren. (…) Vernietig wat er van mijzelf bestaat; laat het volledig in jou voorbijgaan, zodat ik mezelf in deze beperkte tijd nooit meer in mij kan vinden, maar dat het voor eeuwig nauw met jou verbonden blijft. (...)

Wanneer zal ik tevreden zijn met zo'n grote en schitterende schoonheid? Jezus, prachtige morgenster (Op 22,16:16,5), schitterend met goddelijke helderheid, wanneer zal ik verlicht worden door uw aanwezigheid? O, als ik hier beneden zelfs maar in een klein deel de delicate stralen van uw schoonheid zou kunnen waarnemen (...), tenminste een voorproefje van uw zoetheid heb en van tevoren proef, die mijn erfdeel zijn (vgl. Ps 5,8: XNUMX). (…) Jij bent de schitterende spiegel van de Heilige Drie-eenheid die alleen een zuiver hart kan aanschouwen (Mt XNUMX): van aangezicht tot aangezicht daar, alleen een weerspiegeling hier beneden.