Het evangelie van vandaag met commentaar: 19 februari 2020

Uit het evangelie van Jezus Christus volgens Marcus 8,22-26.
In die tijd kwamen Jezus en zijn discipelen naar Bethsaida, waar ze een blinde man brachten die hem vroeg hem aan te raken.
Vervolgens nam hij de blinde bij de hand, leidde hem het dorp uit en nadat hij speeksel op zijn ogen had gelegd, legde hij zijn handen op hem en vroeg: 'Zie je iets?'
Hij keek op en zei: "Ik zie mannen, want ik zie als bomen die lopen."
Daarna legde hij zijn handen weer op zijn ogen en hij zag ons duidelijk en werd genezen en zag alles van een afstand.
En stuurde hem naar huis met de mededeling: "Ga het dorp niet eens in."
Liturgische vertaling van de Bijbel

Jerome (347-420)
priester, vertaler van de Bijbel, dokter van de kerk

Homilies on Mark, n. 8, 235; SC 494
"Open mijn ogen ... voor de wonderen van uw wet" (Ps 119,18)
'Jezus legde speeksel op zijn ogen, legde zijn handen op hem en vroeg of hij iets zag.' Kennis is altijd vooruitstrevend. (…) Het is tegen de prijs van lange tijd en lang leren dat perfecte kennis wordt bereikt. Eerst verdwijnen de onzuiverheden, de blindheid verdwijnt en zo komt het licht. Het speeksel van de Heer is een perfecte lering: om perfect te onderwijzen komt ze uit de mond van de Heer. Het speeksel van de Heer, dat als het ware uit zijn substantie komt, is kennis, net zoals het woord dat uit zijn mond komt een remedie is. (...)

'Ik zie mannen, want ik zie als bomen die lopen'; Ik zie altijd de schaduw, nog niet de waarheid. Hier is de betekenis van dit woord: ik zie iets in de wet, maar ik zie nog steeds niet het stralende licht van het evangelie. (...) "Vervolgens legde hij zijn handen weer op zijn ogen en hij zag ons duidelijk en werd genezen en zag alles van een afstand." Hij zag - ik zeg - alles wat we zien: hij zag het mysterie van de Drie-eenheid, hij zag alle heilige mysteries die in het evangelie staan. (...) We zien ze ook, omdat we geloven in Christus die het ware licht is.